Bollen voor bijen

ZES ACTIEVE GIDSEN VAN NATUURORGANISATIE IVN VOLGEN HET PLANTEN- EN DIERENLEVEN IN LEIDERDORP. OM DE WEEK SCHRIJVEN ZIJ IN DEZE RUBRIEK OVER HUN BEVINDINGEN.

Nu is de tijd om bollen te planten. Hierdoor helpt u mee te zorgen dat de wilde bijen in de lente te eten hebben. Goed voor de bijen, genieten voor u!

In Nederland kennen we 359 soorten wilde bijen en 1 soort honingbijen. Alle bijen nectar als voedselbron nodig, dit halen ze uit bloeiende planten. De honingbij leeft in een kolonie met zo’n 50.000 soortgenoten en ze worden verzorgd door een imker. Die zorgt voor voldoende bloeiende bloemen binnen een straal van 10 kilometer en houdt de kast vrij van parasieten en ander ongedierte. Bij gebrek aan bloeiende planten kan de imker de kast naar bloemrijkere gebieden verplaatsen. Als tegenprestatie ‘oogst‘ de imker de honing en krijgen de bijen suikerwater terug. De honingbij is dus te vergelijken met een gehouden landbouwdier; er is sprake van een wederzijdse afhankelijkheid.

De wilde bij zorgt zelf voor haar nest en voedsel. Maar het gaat niet goed met de wilde bijen. Vanwege het intensieve gebruik van onze landbouwgronden neemt hun aantal sinds 1960 sterk af. Er is geen plaats meer voor bloeiende planten of nestgelegenheid. En dat is wel wat ze nodig hebben om te overleven en zich voort te planten. Ook een nestgelegenheid op minder dan 300 meter afstand van de voedingsbron is een voorwaarde.

Wilde bijen zijn voor ons belangrijk. Ze bestuiven de bloemen van onze fruitbomen, onze groenten en onze bloemen, terwijl ze de nectar, een zoete energierijke stof, uit de bloesem halen. Zonder hen zouden we geen appels, peren, bessen, aardbeien, druiven, thee, koffie of chocolade hebben. Ook de honingbijen bestuiven gewassen, maar onderzoek heeft uitgewezen dat wilde bijen dit beter doen.

Het goede nieuws is dat we de wilde bijen eenvoudig kunnen helpen door onze tuinen en balkons bijvriendelijk in te richten met bloeiende, gifvrije planten van februari tot en met oktober. Ook nestgelegenheid is nodig; denk aan rommelige hoekjes, kale stukjes, losse grond en bijenhotels. Bijen zijn gek op warmte, dus zoek hiervoor een droge, zonnige plek.

U kunt komende maand de bollen planten, denk aan krokussen, wilde tulpen, allium, druifjes. Onze tuinen en balkons staan dan in het voorjaar wekenlang vol met ‘eten’ voor bijen en wij kunnen mee genieten. Bij het kweken van de bollen wordt veel gif of wel ‘gewasbeschermers‘ gebruikt. Bijen zijn klein en daar zeer gevoelig voor. Ik pleit voor gifvrij. De bollen kosten meer, want deze manier van kweken is nieuw en dus een risico voor bollenkwekers. Maar ze doen het voor ons, voor onze (klein)kinderen en voor de gezondheid van onze aarde, en ook voor de bijen.

Dus liever minder bollen gifvrij, dan veel giftige bollen. U herkent de biologische bollen aan het Skal-certificaat (12 sterren in de vorm van een blad, zie de foto).

Tekst: Maddy van Holland