Beuk in jeugdfase met volwassen uiteinden van de bovenste takken.
Beuk in jeugdfase met volwassen uiteinden van de bovenste takken. Foto: Ton Gordijn

Forever young

Column Leiderdorp Natuurlijk

“Forever young
I want to be forever young
Do you really want to live forever?
Forever, and ever?”

Velen zullen deze tekst van de popgroep Alphaville uit 1984 herkennen. Veel mensen verlangen naar de eeuwige jeugd. Ons lot bepaalt dat het niemand zal lukken.

Er is hoop, sommige wezens komen een eind in die richting. Zij leven dichterbij dan menigeen vermoedt, vaak zelfs in tuinen.

Bijna niemand zal het raden, maar ik heb het dan over bomen. Een jong dier verandert na een vaste tijd in een volwassene. Een boom is niet volwassen na een bepaalde tijd, maar bij een bepaalde hoogte. Als de boom die hoogte nooit bereikt wordt hij nooit volwassen, blijft altijd puber. Bij de eik, beuk en haagbeuk geldt daarvoor een hoogte van drie tot vier meter.

Maar hoe uit die jeugdfase zich? In de winter zien we dat aan de bladeren. Volwassen beuken, haagbeuken en eiken zijn nu kaal. Die bomen kleiner dan vier meter laten hun verdorde blad in de winter niet vallen. We zien dat bij voorbeeld bij beukenheggen. Wij snoeien en laten een heg niet hoger dan vier meter worden. Daarmee houden wij de bomen in de heg voor altijd in hun jeugdfase. Voor mensen fijn: zo houden we onze privacy ook in de winter. Ook kleine bomen van de eik, beuk en haagbeuk houden (deels) hun dorre bladeren in de winter vast.
Laat takken van het volwassen deel van een boom wortelen voor een heg en ze laten hun bladeren in de winter vallen. Zij waren en zijn volwassen. Een nieuwe zijtak onder aan de stam van een hoge beuk laat zijn blad niet vallen, hij groeit in het puberdeel van de volwassen boom.

Bomen kunnen bij steeds lagere temperaturen steeds minder water vanuit hun wortels omhoog pompen naar de bladeren. De verdamping via die bladeren blijft echter doorgaan. Bomen lossen dat op door hun bladeren te laten vallen. Eerst slaan ze zo veel mogelijk voedingsstoffen uit de bladeren in het hout op, dan laten ze hun bladeren vallen. Om geen open wondje bij het bladlitteken te laten ontstaan maken ze een afsluitend kurklaagje, dwars door de nerven in de bladsteel. Bij dat laagje laten de bladeren los.
Jonge beuken, haagbeuken en eiken maken een onvolledig kurklaagje, de verdorde bladeren blijven hangen aan dat deel van de nerven dat nog intact is.

Jonge bomen zijn mogelijk niet in staat om een volledig kurklaagje te vormen, dat moeten ze leren. Mensenpubers kunnen ook nog niet alles. Een andere lezing is dat ze bewust hun bladeren niet laten vallen: de jeugdige bast van bomen is nog teer en de verdorde bladeren gaan zonnebrand in de vroege lente tegen. Verbranding van een pubermensenhuid kan later ook ernstige gevolgen hebben.

Wees gewaarschuwd, het voorbeeld van heggen geldt niet voor mensen. Ook al zouden we het soms – om andere redenen – willen: pubers een kopje kleiner maken houdt ze niet eeuwig jong!

Tekst en foto: Ton Gordijn

Uit de krant