Kaart van de stad 'Leijden' uit plm. 1522 door onbekende maker. | Bron: Stadsarchief Delft (Voor de leesbaarheid zijn de plaatsnamen in witte letters toegevoegd.)
Kaart van de stad 'Leijden' uit plm. 1522 door onbekende maker. | Bron: Stadsarchief Delft (Voor de leesbaarheid zijn de plaatsnamen in witte letters toegevoegd.)

De oudste afbeelding van Leiderdorp?

Cultuur

In het Leids Dagblad stond op 18 februari 2021 een artikel over de ontdekking van een kaart met daarop één van de oudste, zo niet het oudste stadsgezicht op de stad Leiden. Voor het Leiderdorps Museum is het een interessante vondst, want ook Leiderdorp staat erop (rechts bovenaan). Wellicht is dit zelfs de oudste bekende afbeelding van Leiderdorp.

De kaart berust in het Stadsarchief van Delft en geeft het gebied weer tussen Pijnacker, Den Haag, Katwijk en Leiden. Naast een schets van de stad ’Leijden’ zijn ook de kerken van Zoeterwoude, Rijnsburg, Wassenaar en Katwijk afgebeeld en de kerk van Leyerdorp.

De perkamenten kaart dateert uit het begin van de 16e eeuw en wellicht zelfs uit 1522 gezien de datering die op de achterzijde is genoteerd.

Betekent dit dat deze kaart ook de oudste afbeelding van Leiderdorp weergeeft? Vermoedelijk wel. De oudste afbeelding van de Leiderdorpse kerk staat op een kaart van landmeter Lucas Arentsz uit 1569. Ook zien we de kerk op een kaart uit het begin van de 16e eeuw, getiteld ‘Kaart met landerijen aan die Roemburgherlaen’, waar ook de kerk van Zoeterwoude, het klooster Roomburg en het huis Roomburg (of Rodenburg) op zijn te vinden.

De door onderzoeker Jacco Zuijderduijn ontdekte kaart is waarschijnlijk een paar decennia ouder dan 1569 en is vermoedelijk gemaakt in de periode tussen 1522 en 1541.


Bewijsmateriaal

De kaart is namelijk vervaardigd om als bewijsmateriaal te dienen in een van de vele rechtszaken die de stad Leiden voerde tegen de inwoners en besturen van de omliggende ambachten (dorpen) over de zogenaamde ‘buitenneringen’. Begin 16e eeuw verzochten diverse Hollandse steden aan Keizer Karel V om maatregelen te treffen tegen burgers die in de nabijheid van hun stad handel dreven en daarmee het brood uit de mond stootten van de stadsbewoners. Voor het uitoefenen van een buitennering als het brouwen of tappen van bier of het bakken van steen, moesten omwonenden de stad schadeloos stellen door accijns te betalen, maar daar kwam het in de praktijk vaak niet van.


Octrooi

De steden vonden gehoor bij de landsheer en zo verleende Karel V in 1524 een octrooi aan de stad Leiden waarin het burgers verboden werd om in Zoeterwoude meer dan twee herbergen te exploiteren tussen de Hoogewoerdspoort en de Roodenburgerwatering binnen een straal van 500 roeden van de stadsmuur. De twee eigenaren van deze herbergen moesten accijns betalen aan Leiden en als vergoeding voor de gederfde inkomsten kreeg de ambachtsheer van Zoeterwoude jaarlijks een bedrag van 10 pond van de stad.

Een paar jaar later, in 1531, vaardigde de Keizer de ‘Order op de Buitennering’ uit en waarin het verboden werd om “weverijen, looierijen, metselarieën, timmeriën, tapperijen of brouwerijen binnen 600 roeden van de stad op te stellen”. In 1540 kwam Karel V weer met een nieuwe order, maar ook die leidde er niet automatisch toe dat het platteland zich keurig aan de afspraken hield. Hiervan getuigen de vele rechtszaken die er tot aan de Grote Raad in Mechelen over werden gevoerd.


Vier herbergen

Op de kaart uit zien we duidelijk vier herbergen afgebeeld, waaronder de twee aan de Hoge Rijndijk ten zuidoosten van de Roomburgerwatering. De andere twee tapperijen liggen ter hoogte van Cronesteijn langs de weg van Zoeterwoude naar Leiden en op de plek waar de Roomburgerwatering in de Vliet uitkomt. Onder de herbergen staan de namen van de tappers, te weten Jacob Cornelis en Lambrecht. In de archieven van Erfgoed Leiden en omstreken bevindt zich een akte uit 1548 waarin de stad Leiden en Jacob Lambrechtsz overeenkomen dat Jacob “tot gerief van zijn buren en van de vreemde varende man, zal mogen tappen en bakken, zonder evenwel brood voor zijn venster te leggen. Hij zal voor deze vergunning jaarlijks aan Leyden betalen 7 Carolusgulden en bij eenmaal verzuim hiervan voortaan 12 Carolusgulden”.


Dorpskerk

Leiderdorp is op de kaart afgebeeld met de kerk en twee kleine gebouwtjes. Het is deze kerk die ten tijde van het beleg van Leiden werd gebruikt door de Spaanse troepen onder leiding van Valdez en daardoor voor een deel verwoest achterbleef om pas in 1620 te worden vervangen door de huidige kerk aan de Hoofdstraat. Vanaf Leiderdorp loopt een brug over den (Oude) Rijn naar het grondgebied van het ambacht Zoeterwoude en staan de kastelen Roedenburch en Swieten ingetekend. Swieten is de naam van het voormalige kasteel Zwieten, dat lag op de plek van het huidige Heinekencomplex. Roedenburch is het huis of kasteel Rodenburg dat ten noordwesten van het klooster van het Sint Maragethaconvent stond. De straatnaam Kasteelhof in de Leidse wijk Matilo verwijst nog naar de locatie van dit kort voor het beleg van Leiden gesloopte kasteel.

Als we aan de Leiderdorpse kant van de Rijn terugkeren zien we in de richting van de stad Leiden nog een bouwwerk dat gezien ligging ten opzichte van de stad het Huis ter Zijl (Zijlhof) zal zijn. Ook dit huis werd bij het begin van het beleg van Leiden in 1573 afgebroken.

Of de gevonden kaart ook daadwerkelijk uit het jaar 1522 dateert en daarmee ook Leiderdorp zoals het er toen uitzag afbeeldt, zal verder onderzoek moeten uitwijzen. In ieder geval is het wel de oudst bekende afbeelding van ons dorp.


Tekst: Peter Diebels, Leiderdorps Museum

Uit de krant