Een sloot in de Boterhuispolder met de bladeren van de Gele plomp.
Een sloot in de Boterhuispolder met de bladeren van de Gele plomp. Foto: Edward Sodderland

Droogte in de Boterhuispolder

Duurzaam & Groen Leiderdorp Natuurlijk

ZES ACTIEVE GIDSEN VAN NATUURORGANISATIE IVN VOLGEN HET PLANTEN- EN DIERENLEVEN IN LEIDERDORP. OM DE WEEK SCHRIJVEN ZIJ IN DEZE RUBRIEK OVER HUN BEVINDINGEN.

Drie zomers lang hebben we ernstige droogte gehad en de gevolgen er van kunnen niemand zijn ontgaan. De uitgedroogde tuinen met verdorde planten zal iedereen het eerst zijn opgevallen. Even buiten het dorp zijn de gevolgen van verdroging al evenmin te missen, zoals in de Munnikkenpolder en de Boterhuispolder. Wie door deze laatste polder wandelt, en dan vooral het gedeelte achter de Meelfabriek, zal de geheel opgedroogde moerasachtige meertjes hebben gezien. Vijvers of moerassige meertjes die als opvangbekkens moeten dienen bij hevige regenval. De vlonderpaden die hier door heen lopen zorgen ervoor dat je droge voeten houdt. In de winter kun je beter niet naast de vlonders terecht komen, want dan sta je al gauw tot je enkels in het water. Tot voor kort was de bodem kurkdroog maar door de recente regenval is hij weer vochtig geworden.


Bloeiende planten

Ondanks de droogtecrisis zijn er eind september nog steeds bloeiende planten te vinden. Een ervan is de Bleekgele droogbloem. Wel goed zoeken want hij valt door zijn iele formaat bepaald niet op. Het is een wit zijdeachtig tot viltig behaarde herfstbloeier, die in de duinen massaal kan voorkomen, maar zich nu aan het verspreiden is over grote delen van het land. Zelfs in de bebouwde kom wordt hij al aangetroffen. Een wel in het oog springende plant is Zwart tandzaad. Een bossig vertakte nazomerbloeier met kleine vaalgele bloemhoofdjes. Grote velden met onder andere Beklierde duizendknoop en inmiddels verdorde Waterpostelein vallen op door hun massaliteit. Een ander lid van de Duizendknoopfamilie is Goudzuring die de aandacht trekt door trossen van uitgebloeide bloemen met goudachtig groene vruchtkleppen. De plant kan een halve meter hoog worden en staat langs de waterkant en de paden.


Waterplanten

Niet alleen op het land is er nog veel te zien. Als je naar het water in de sloten kijkt zie je als eerste de blikvangers Gele plomp en Waterlelie. Gele plomp is nu uitgebloeid, maar had met zijn grote gele bloemen en meeldraden met stuifmeel en nectar grote aantrekkingskracht op tientallen insecten. De nu groene flesvormige vruchten drijven op het water. Op de drijvende bladeren van Gele plomp en Waterlelie zijn nog de bruine vlekken van minerende larven van insecten te zien, die het bladmoes tussen de onder- en bovenkant van het blad weg-eten. Waterhoentjes kunnen snel over de bladeren rennen op zoek naar de larven. In een later stadium metselen de larven een huisje van stukjes blad en verhuizen ze naar de onderkant van het blad. Tegen de zomer verplaatsen ze zich naar de stengel waar ze een gaatje in boren om adem te kunnen halen via de luchtkanalen van de plant. Beide planten horen bij de Waterleliefamilie en tal van insecten gebruiken ze als voedselbron en woonplaats.

Kortom, er is meer te zien dan je in eerste instantie zou verwachten, maar vanaf oktober zal dat door lagere temperaturen wel afnemen.


Tekst: Edward Sodderland, IVN

Uit de krant