Afbeelding
Foto: Bob Reidsma

Potterij Zaalberg

In het najaar van 2020 heeft het Leiderdorps Museum uit een nalatenschap een groot aantal aardewerk voorwerpen gekregen die in de vorige eeuw gemaakt zijn door Potterij Zaalberg. Dit is aanleiding voor het museum om een tentoonstelling te wijden aan deze collectie en het licht te laten schijnen op de Zaalberg dynastie. De tentoonstelling opent na de lockdown.

Het is Hermanus Zaalberg sr. (1880 – 1958) geweest die met een zelfgebouwde draaischijf op zolder en een primitieve turfoven in het schuurtje van een klein woonhuis aan de Hoge Rijndijk in 1918 het fundament legde voor de huidige 'Potterij Zaalberg'. Hij noemde zijn pottenbakkerij 'Aardewerk De Rijn'. In 1922 verplaatste Zaalberg sr. de pottenbakkerij naar Leiderdorp om aan het Jaagpad nabij de Doesbrug een groter pand te betrekken. Het pand huisvestte een grotere oven en meer personeel met betere werktuigen zorgden voor een grotere productie van aardewerk. 

Meindert Zaalberg, de zoon van Herman sr., kwam al op 12-jarige leeftijd in het bedrijf werken terwijl hij ’s avonds de avondschool in Leiden volgde. Meindert ging zich bezighouden met de verkoop van de aardewerkproducten en richtte zich onder anderen op de kunsthandelaren. In 1929 stond Aardewerk De Rijn met succes op de grote jaarbeurs in Utrecht. Zaalberg werd steeds succesvoller met zijn aardewerk, in Nederland maar ook daarbuiten. Op de wereldtentoonstelling in Parijs ontving de collectie van Aardewerk De Rijn in 1937 de prestigieuze Medaille d’Or. 

De periode van de Tweede Wereldoorlog was moeilijk voor het bedrijf. In 1942 werd de potterij door brand verwoest maar in 1943, bij het 25-jarig bestaan, stond de nieuwe potterij er. Schaarste aan grondstoffen, het wegvallen van vraag en het ontlopen van de dwang om lid te worden van de 'Kultuurkamer' maakte het werk niet makkelijk. Na de oorlog werd met veel moeite de potterij weer opgestart. De klei was slecht, de turf was niet droog en de vraag naar unieke producten was beperkt. 

In 1950 werd Herman sr. benoemd tot Ridder in de orde van Oranje-Nassau, het jaar waarin zijn kleinzoon Herman jr. ook in de fabriek kwam werken. Om zich verder te bekwamen, vertrok Herman jr. voor enkele jaren naar het buitenland om verdere opleidingen in het vak te volgen. In 1956 werkte Herman jr. weer volledig in het bedrijf. Een van de technieken die hij uit het buitenland meenam, was de elektrische draaischijf.

De potterij bleef in de belangstelling staan. In 1958 exposeerde Meindert Zaalberg met groot succes een eigen collectie in het Stedelijk Museum in Amsterdam. In hetzelfde jaar bracht koningin Juliana een bezoek aan de potterij Zaalberg. 1958 was ook het jaar waarin Herman Zaalberg sr. kwam te overlijden.

Het succes van de potterij noopte tot het zoeken naar grotere huisvesting. Men verhuisde naar het Witte Huis, een boerderij gelegen aan de Meerburgerwatering in Zoeterwoude. Naast productieruimte werd er ook een prachtige toonzaal ingericht met de naam Raku Yaki. In 1961 kwam Gijb Zaalberg, een zoon van Meindert Zaalberg, bij de potterij werken. Na het vertrek van Meindert, die zijn eigen potterij in Ommen begon, hadden Herman jr. en Gijb de leiding over de potterij Zaalberg, de nieuwe naam na de verhuizing naar Zoeterwoude. Gijb hield zich bezig met het ontwerpen van nieuwe objecten terwijl Herman zich naast het ontwerpen en maken van mooie voorwerpen, verantwoordelijk was voor de commerciële kant van het bedrijf. 

De door Meindert, Gijb en Herman jr. ontworpen serviezen met namen als 'Stop', 'Kip op nest' en 'Pieper' waren zeer gevraagd in de 60-tiger jaren. In 1968 exposeerde Meindert met eigen werk en werk van Gijb en Herman jr. in het museum Boymans van Beuningen in Rotterdam en in de Leidsche Lakenhal. 

Het zestigjarig bestaan werd in 1978 gevierd met een tentoonstelling in de eigen toonzaal. Maar in deze periode liepen de verkopen achteruit en moest de potterij inkrimpen. Gijb begon een eigen potterij in Leerdam en Herman jr. zag zich in 1981 genoodzaakt de grote werkplaats te verkopen. Vanaf 1992 werd alleen unica vanuit de eigen toonzaal verkocht en in 1998 bleef er een kleine potterij over met drie ovens en een toonzaal. In deze kleine potterij is Herman jr. nog steeds actief.