De wijkbijwoners worden bijgepraat tijdens een bijeenkomst in 't Buurthuis half december 2019. | Foto: J.P. Kranenburg
De wijkbijwoners worden bijgepraat tijdens een bijeenkomst in 't Buurthuis half december 2019. | Foto: J.P. Kranenburg Foto: J.P.Kranenburg

Voor een warmtepomp zijn de meeste huizen in de Oranjewijk niet geschikt, was het oordeel van DWA. De woningen moeten daarvoor heel goed geïsoleerd worden, wat in deze oude huizen een enorme opgave is. Daarnaast is in de meeste gevallen een nieuwe verwarmingsinstallatie nodig en de warmtepomp zelf is behoorlijk prijzig. Het gaat alles bij elkaar gemiddeld zo’n 40.000 euro per huis kosten, was in 2019 de berekening. Bovendien neemt alle apparatuur veel plek in en zal het elektriciteitsnet flink verzwaard moeten worden om al die warmtepompen van stroom te voorzien.

Een collectief warmtenet zou wel kunnen, mits dat water levert van minimaal 70 graden. Verregaand isoleren is dan niet nodig en de radiatoren zouden gewoon bruikbaar moeten zijn. Buiten de woning moet heel veel gebeuren voor de aanleg van het buizenstelsel maar in huis blijven de aanpassingen beperkt; er moet alleen plek gevonden worden voor de warmtewisselaar, waarin de warmte van het warmtenet aan het verwarmingssysteem in huis wordt afgegeven. Het prijskaartje: tussen de 12.000 en 20.000 euro per woning.

Advies

De Werkgroep Oranjewijk nam de conclusies van DWA over in het advies dat in december 2019 naar het college van burgemeester en wethouders ging: Neem op korte termijn het initiatief voor de ontwikkeling van een warmtenet. Het geeft de minste rompslomp voor de bewoners en is financieel het meest gunstig.

Wat de warmtebron voor dat warmtenet zou moeten worden, bleef een open vraag. Inmiddels was bekend dat de Leiding over Oost ernstige vertraging opliep maar, zo gaf de werkgroep als suggesties, je zou ook restwarmte van elders kunnen 

halen, of inzetten op andere bronnen als geothermie of warmte uit oppervlaktewater.

De werkgroep hamerde op het belang van een goede informatievoorziening richting de bewoners. Die moeten stap voor stap meegenomen in de warmtetransitie. Het moet voor hen financieel interessant gemaakt worden om over te stappen op een warmtenet en niemand mag daartoe gedwongen worden. De werkgroep adviseerde ook om een gedegen peiling onder de wijkbewoners te houden om vast te stellen of er genoeg draagvlak is.

Peiling

Begin 2020 werd inderdaad een peiling gedaan en in april van dat jaar lagen de resultaten op tafel. Wethouder Rik van Woudenberg (D66), die inmiddels Willem Joosten was opgevolgd, kon tevreden constateren dat 90 procent van de 300 respondenten op de hoogte was van het onderzoek naar de warmtetransitie in de wijk. 

Minder hoopgevend was het antwoord op de vraag ‘Met de kennis die u nu heeft, naar welk alternatief voor aardgas gaat uw voorkeur uit?' Slechts 30 procent kruiste hier ‘aansluiten bij een collectief warmtenet' aan. Bijna de helft gaf aan het liefst gewoon aardgas te willen houden.

Van Woudenberg was er niet door uit het veld geslagen: “In 2050 moet iedereen van het gas af zijn maar dat is natuurlijk nog heel ver weg. Dat veel mensen willen houden wat ze hebben, waar ze bekend mee zijn, vind ik niet vreemd. Maar op een gegeven moment zal men zich gaan realiseren dat aardgas eindig is. En als er dan een warmtenet ligt, of we kunnen dat aanleggen, zullen meer mensen bereid zijn over te stappen. Duidelijk is dat er nog veel werk verzet moet worden. Niet alleen om daadwerkelijk een warmtenet aan te leggen, maar ook om 

mensen mee te krijgen in de verandering.”

Subsidie

Wel besefte de wethouder terdege dat elk enthousiasme voor aansluiting op een warmtenet als sneeuw voor de zon zou verdwijnen wanneer het de individuele bewoners teveel zou kosten. Zoals bewoonster Wilma van Goozen, op zich een voorstander van aansluiting op het warmtenet, het zei: “Ik wil best wat bijdragen - een nieuwe CV ketel kost ook 1.500 tot 2.000 euro - maar meer dan 10.000 euro is veel teveel.” 

Van Woudenberg hoopte de financiële pijn te verzachten via een bijdrage van 4,7 miljoen euro uit het Rijkssubsidieprogramma Proeftuinen Aardgasvrije Wijken, dat bedoeld is om bestaande wijken aardgasvrij of aardgasvrij-ready te maken. Dat bedrag zou niet genoeg zijn voor alle ruim 900 woningen dus perkte hij het projectgebied in tot het noordelijk deel van de Oranjewijk, met zo’n 400 éénvormige jaren zestig rijtjeswoningen. 

In totaal dongen 71 gemeenten uit het hele land mee naar een portie uit deze subsidiepot die een kleine 100 miljoen euro bevatte. De wethouder was ervan overtuigd dat Leiderdorp een goede kans maakte, vooral omdat hij het Project Oranjewijk zag als een schoolvoorbeeld van burgerparticipatie, waar andere gemeenten nog wat van zouden kunnen leren. 

In oktober 2020 werd de selectie bekend: van 19 gemeenten werd de aanvraag gehonoreerd en Leiderdorp zat niet bij de gelukkigen. Het was een ijskoude douche. 

Van Woudenberg baalde vooral van de motivatie: het Leiderdorpse project zou nog niet ver genoeg uitgewerkt zijn. “Er zijn toegekende projecten die veel minder ver zijn dan wij al waren. Dat is echt een kul argument. Als we het geld hadden gekregen, zouden we binnen een jaar de eerste stappen hebben gezet.”

Einde project

Zonder de subsidie zag de gemeente geen mogelijkheden om het Project Oranjewijk te financieren en trok de stekker eruit. Op 27 oktober 2020 ging er een brief met die boodschap naar de bewoners van het projectgebied: “Nu de subsidie niet aan ons is toegekend, is het overgaan op een alternatieve warmtevoorziening op dit moment niet haalbaar voor uw wijk.”

Het betekent dat wanneer de Oranjewijk en het Doeskwartier-West een nieuw rioleringsstelsel krijgen en de oude gasleidingen verwijderd worden, er geen warmtenet aangelegd wordt. De wijken krijgen dan gewoon nieuwe gasleidingen. Wel wordt ruimte vrijgehouden in de grond zodat het in principe mogelijk is in de toekomst alsnog voor een warmtenet te kiezen.      => P14

Blauwomlijnd het oorspronkelijke projectgebied, het grijs gearceerde stuk werd later geschrapt.