Het Eco-Runner Team overlegt tijdens de proefrit op de Leiderdorpse ijs-en skeelerbaan.
Het Eco-Runner Team overlegt tijdens de proefrit op de Leiderdorpse ijs-en skeelerbaan. Foto: J.P.Kranenburg

Studenten testen 'auto van de toekomst' op Leiderdorpse ijsbaan

VERVOLG VAN VOORPAGINA


Stan Zaalberg, Reinout Sterk, Adriaan Pardoel, Mats Steerneman en David van Rhede zijn lid van het 23 personen sterke Eco-Runner Team Delft. Allemaal TU studenten die als regel al een bachelor op zak hebben en een jaar uittrekken om te werken aan een zo efficiënt mogelijke stadsauto die rijdt op waterstof.

Zij zijn bezig aan de elfde editie van het innovatieve wagentje. Als corona het toelaat, vindt begin juli dit jaar op het circuit in Assen de jaarlijkse Shell Eco-Marathon plaats. De Delftse studenten gaan dan met hun Eco-Runner XI de strijd aan met teams uit heel Europa. Daarbij gaat het niet om snelheid maar om welke auto de grootste afstand kan afleggen met 1 kilo waterstof.


Checken

Vrijdagochtend hebben de studenten de auto van vorig jaar bij zich, de Eco-Runner X. Aan hun eigen auto wordt nog volop gewerkt en die wordt weer een tikje geavanceerder. Volgens de spelregels moet het een auto zijn die echt op de weg mag, dus inclusief ruitenwissers, koplampen, knipperlichten en bagageruimte. En dan wel zo licht mogelijk, ze zitten nu ruim onder de 100 kilo, vertelt Reinout.

Maar nu gaat het er uitsluitend om te checken of de nieuwe aansluiting met de brandstofcel en de elektrische systemen het doen. De vijf buigen zich een uur lang over een onnavolgbare spaghetti van draden en leidingen onder de motorkap en controleren alles op lekkage van waterstof. Dan gaat Stan achter het stuur van het eenpersoons autootje zitten. Rustig en vrijwel geluidloos zoemt het over het asfalt. Alle data worden geregistreerd en opgeslagen, om straks in Delft uitgebreid geanalyseerd te worden.


Geen uitlaatgassen

De studenten zijn ervan overtuigd dat waterstof toekomst heeft als brandstof voor auto’s en dan vooral voor zwaardere voertuigen als vrachtwagens. Een prachtig alternatief voor diesel, want waterstof geeft geen uitlaatgassen. “Kijk, dit kleine slangetje is de uitlaat", wijst Adriaan. “Het enige dat eruit komt is water.”

De tijd dat een vrachtwagen op waterstof niets bijzonders meer is, zou best eens snel kunnen komen, verwacht Stan. “Ik denk dat we binnen tien jaar wel een flinke stap gemaakt hebben.”

Zelf doen ze er alles aan om daar een bijdrage aan te leveren. Hun motto is: ‘Promoting a sustainable future by building the world’s most efficient hydrogen powered city car.’ Wat je vrij kan vertalen als ‘Wij bouwen de meest efficiënte stadsauto op waterstof voor een duurzame toekomst’.


Tekst: Corrie van der Laan, foto: J.P. Kranenburg


Meer betalen of minder service

n Leiderdorp zoekt manieren voor beperking restafval

politiek n Leiderdorpers produceren nog altijd veel te veel restafval. Het Leiderdorpse college van B en W ziet twee manieren om daar verandering in te brengen. De eerste is een financiële prikkel waarbij burgers die meer restafval aanleveren ook meer betalen. De tweede is een serviceprikkel waarbij het makkelijker gemaakt wordt herbruikbaar afval in te leveren en juist moeilijker om restafval kwijt te raken. Dat valt te lezen in de discussienota ‘Van afval naar grondstoffen’ die vorige maand naar de gemeenteraad is gestuurd.

Door: Corrie van der Laan

Het lukte in Leiderdorp in de afgelopen jaren maar niet om de hoeveelheid restafval die burgers produceren stevig te verminderen. In 2015 stond de teller op 236 kilo restafval (inclusief grofvuil) per persoon, in 2018 was dat licht gezakt naar 220 kilo en in 2019 naar 216 kilo.


VANG-norm

Die daling gaat veel te langzaam als je kijkt naar de doelstellingen van het landelijke programma Van Afval Naar Grondstoffen’ (VANG). Daarin is voor 2020 een streefcijfer van niet meer dan 100 kilo restafval per persoon opgenomen. Leiderdorp heeft dat bij lange na niet gehaald; er zijn zelfs aanwijzingen dat de restafvalproductie in het afgelopen coronajaar juist weer is toegenomen.

Volgens de zogeheten VANG-norm zou bovendien afgelopen jaar driekwart van al het huishoudelijk afval gescheiden aangeleverd moeten worden. In 2019 zat Leiderdorp op een scheidingspercentage van 53 procent en het is niet waarschijnlijk dat dit significant is toegenomen.

Voor 2025 zijn de landelijke streefcijfers zelfs 90 procent afvalscheiding en niet meer dan 30 kilo restafval per persoon.


Opties

In de discussienota ‘Van afval naar grondstoffen’ geeft het college verschillende opties om de hoeveelheid restafval omlaag te krijgen. Als het gaat om een financiële prikkel kan je burgers rechtstreeks laten betalen voor het gewicht of het volume van wat ze in de grijze bak gooien. Of je kan dure, alleen via de gemeente verkrijgbare vuilniszakken verplicht stellen voor het aanbieden van restafval.

De serviceprikkel kan bestaan uit het minder vaak ophalen van restafval, terwijl minicontainers voor herbruikbaar afval - groente-, fruit-, tuinafval en etensresten, oud papier en karton – juist vaker geleegd worden. Wat ook kan is ‘omgekeerd inzamelen’ waarbij herbruikbaar afval thuis wordt opgehaald en restafval zelf weggebracht moet worden naar wijkcontainers.

Het is berekend dat in de Leiderdorpse situatie een effectieve financiële prikkel de hoeveelheid restafval kan terugbrengen met zo’n 90 kilo per persoon per jaar, een effectieve serviceprikkel kan daar nog eens 50 kilo meer afhalen. Maar dan zit je nog op rond de 75 kilo per persoon per jaar. Eén van de vragen die het college de raad voorlegt, is dan ook of het wel reëel is te streven naar de VANG norm van 30 kilo restafval per persoon in 2025. En als het antwoord op die vraag ‘nee’ is, op welk streefgetal de gemeente zich dan zou moeten richten.

Wel blijft het belangrijk dat de hoeveelheid restafval zoveel mogelijk omlaag gaat, benadrukt het college. Niet alleen uit milieuoogpunt, maar ook omdat het verwerken van restafval steeds duurder wordt, zowel door stijgende kosten van loon- en brandstof als door de afvalverbrandings- en CO2 belasting.


Participatietraject

Later dit jaar wordt een participatietraject in gang gezet waarbij bewoners mogen meepraten over een nieuw afvalbeleid - of grondstoffenbeleid zoals het nu genoemd wordt - in de gemeente. Maar voor het zover is, wil het college weten wat de gemeenteraad vindt van de in de nota geopperde maatregelen om restafval te verminderen. Maatregelen waar de raad mordicus tegen is, worden niet meegenomen in het participatietraject.