Vieze luiers toch apart

VERVOLG VAN VOORPAGINA


De voltallige gemeenteraad riep het college in december 2019 op om een lokaal luierinzamelingssysteem op te zetten zodra er verwerkingscapaciteit voor de Leiderdorpse luiers was bij recyclingsinstallaties. In haar brief van 19 juni schreef het college dat die verwerkingscapaciteit er nog niet is en dat bovendien de 27.500 euro per jaar die een inzamelingsysteem kost, te duur zou zijn in deze zware economische tijden. Kortom: het college was nog niet van plan om een luierinzameling op te starten.

Vastenhoud vond dat B en W niet zomaar een unaniem verzoek van de raad naast zich neer konden leggen en kwam eind augustus met kritische vragen. Ook werd de kwestie geagendeerd voor het Politiek Forum van 14 september.

Maar uiteindelijk hoefde dit punt maandagavond nauwelijks besproken te worden. Want, zo bleek uit de antwoorden op de vragen van de GroenLinks voorman, de gewenste luierinzameling gaat er nu toch komen. Deze maand werd bekend dat de luierrecyclinginstallatie in Nijmegen vanaf januari de Leiderdorpse luiers kan verwerken. Het is de bedoeling dat tegen die tijd een luierinzamelingssysteem in de gemeente op poten staat.


Naar verwachting kan in Leiderdorp jaarlijks 16.000 kilo aan vieze luiers worden ingezameld. Het zou betekenen dat de gemiddelde hoeveelheid restafval per Leiderdorper, nu nog ruim 200 kilo per jaar, met zo'n 10 procent vermindert. Dat is ook hard nodig, want het streven was dat eind dit jaar niet meer dan 100 kilo restafval per inwoner in de grijze bak zou verdwijnen.


Beter samenwerken in regio moet, maar hoe pak je dat aan?

politiek n De samenwerking tussen de vijf gemeenten van de Leidse regio moet veel intensiever. Die conclusie uit het rapport van onderzoeksbureau Berenschot is bepaald niet verrassend en wordt ook onderschreven door alle partijen in de gemeenteraad, zo bleek maandagavond opnieuw. “We laten nu kansen liggen, we moeten, kunnen en willen beter”, zo verwoordde VVD fractievoorzitter Martine Breedveld het. Wat de overgrote meerderheid betreft, neemt Leiderdorp ook het initiatief om de regiogemeenten om de tafel te krijgen. Alleen de Lokale Partij Leiderdorp ziet dat niet zitten. Laat dat voortouw maar bij Leiden, vond LPL raadslid Eric Filemon.

Berenschot onderzocht wat de gevolgen van een fusie tussen Leiderdorp, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude zouden zijn voor Leiderdorp. Het was het vervolg op een eerder onderzoek waarin werd gekeken naar de effecten van voortzetting van de huidige regionale samenwerking. De gemeenteraad wilde de plussen en minnen van beide scenario’s op een rijtje hebben.

Uit de onderzoeken blijkt klip en klaar dat het met het huidige niveau van samenwerking niet lukt om de ingewikkelde problemen op gebied van onder meer mobiliteit, duurzaamheid en economie aan te pakken. Het ontbreekt vooral aan bestuurlijke slagkracht. Volgens D66 en GroenLinks is dat probleem alleen echt op te lossen met een fusie. Maar dat is voor een aantal andere partijen een brug te ver. “Samenwerking maar geen samengaan”, benadrukte Filemon nog maar eens het aloude standpunt van LPL. “Fusie is op dit moment niet de goede stap”, vond ook Geert Schipaanboord van de ChristenUnie-SGP). Hij stelde dat juist nu Europa steeds meer invloed krijgt, burgers behoefte hebben aan een overheid die echt nabij is. En CDA raadslid Huibert Bos was van mening dat eerst maar eens gekeken moet worden of een echt intensieve samenwerking goed werkt.

Een hoofdbreker is hoe die intensieve samenwerking vorm moet krijgen. D66 fractievoorzitter Jeroen Hendriks had daar wel ideeën over. Begin met onderwerpen waar het regionale belang kraakhelder is, laat college, ambtenaren en gemeenteraden daarover met elkaar in gesprek gaan en neem ook inwoners, instellingen en bedrijven mee in die gesprekken, zo gooide hij een balletje op. In de raadsvergadering van 21 september komt D66 met een motie hierover, kondigde Hendriks alvast aan.