Lorien de Roode
Advocaat, gespecialiseerd in familierecht, en mediator
Lorien de Roode Advocaat, gespecialiseerd in familierecht, en mediator Foto: PR

Financiële afwikkeling na samenwoning

Uit de uitspraak van rechtbank Midden-Nederland van 6 mei 2020 blijkt wel weer hoe belangrijk het is om afspraken te maken over financiën als je samenwoont. In een huwelijk, geregistreerd partnerschap en een samenlevingscontract zijn de financiële zaken na scheiding wel geregeld.

De situatie is dat de vrouw met haar twee kinderen uit een vorige relatie is ingetrokken in de woning van de man. De vrouw heeft de volledige verbouwing van de badkamer, nieuwe keuken en splitsing kamers voor haar kinderen betaald. Ook hebben de man en vrouw inboedelgoederen gekocht zoals een auto waaraan zij samen hebben betaald.

Partijen hebben geen afspraken gemaakt over de financiële verdeling bij uiteengaan van partijen. De rechtbank dient dus bij een geschil over de financiële afwikkeling in zijn oordeel terug te vallen op het algemene verbintenissenrecht. Er is dan sprake van een zogenaamde eenvoudige gemeenschap tussen partijen. Dit betekent dat partijen enkel goederen dienen te verdelen die zij gezamenlijk in eigendom hebben. Dit gezamenlijke eigendom dien je echter wel aan te tonen. De goederen die een persoon zelf heeft aangeschaft, blijven voor die persoon en hoeven niet verdeeld te worden.

De woning van de man is enkel eigendom van de man. De woning behoeft dus niet te worden verdeeld zo ook de investeringen door de vrouw hierin niet. Partijen hebben over deze investeringen door de vrouw geen afspraken gemaakt. De vrouw heeft ook niet aangetoond dat door de verbouwingen de woning meer waard is geworden.

De inboedelgoederen zijn gebruiksgoederen zodat deze door gebruik in tijd minder waard worden. De vrouw dient aan te tonen welk deel zij heeft gefinancierd en dan dient de dagwaarde te worden verdeeld naar evenredigheid van investering. De vrouw kan niet aantonen welk deel zij heeft gefinancierd.

Omdat de vrouw toch wil proberen om haar geïnvesteerde geld in de woning terug te krijgen, heeft zij gesteld dat de man ongerechtvaardig is verrijkt door haar investeringen in de woning. Hierbij dient dan te worden aangetoond dat de man de verbouwingskosten aan zijn huis zelf zou moeten hebben gemaakt of verplicht was te maken. Niet is aangetoond dat de verbouwingen noodzakelijk waren. Tot slot faalt ook een beroep op de redelijkheid en billijkheid. Het enkele feit dat de man zijn verbouwde woning behoudt, is onvoldoende. De man heeft immers niet verzocht om deze verbouwingen, hij heeft er enkel mee ingestemd. In vermogensrechtelijke zin is de man er ook niet beter van geworden aangezien de vrouw niet heeft aangetoond dat de woning meer waard is geworden.

U ziet dat de basisregel in het recht is: wie stelt moet bewijzen. De vrouw stelt geld van de man te krijgen maar kan dit niet bewijzen op basis van de wet en omdat er geen afspraken zijn gemaakt over de financiële afwikkeling na uiteengaan van partijen.

Doordat partijen geen goede financiële afspraken hebben gemaakt is dit de uitkomst. U mag oordelen of u dit redelijk vindt. Mijn advies: maak altijd afspraken!