Hazen zijn momenteel zo gek als een 'Maartse haas' en hebben alleen oog voor elkaar.
Hazen zijn momenteel zo gek als een 'Maartse haas' en hebben alleen oog voor elkaar. Foto: Ada van der Aar

Het haasje zijn…

Soms heb ik ineens een onbedwingbare behoefte aan frisse lucht, zeker nu we min of meer aan huis gekluisterd zijn door de Corona crisis. En wat doe ik dan; ik pak de fiets en ga de polder in.

In Leiderdorp woon je ideaal, binnen tien minuten zit je midden in het groen. Een rondje Ruige Kade waarbij ik dan gelijk de Munnikenpolder met zijn vogelrijke watertjes meepak, of de andere kant op naar de Boterhuispolder. Deze oude polder met zijn kronkelende kreken en vreemd gevormde stukjes weiland is bij mij favoriet. Zeker in het voorjaar als de weidevogels terugkeren is het daar Holland op zijn best. Vanaf 15 maart is het Leiderdorpse gedeelte gesloten in verband met het broedseizoen, maar het fietspad achterin de polder is nog open. Bonte lammetjes dartelen in de wei en zo’n honderd puberende zwanen hebben daar hun jongerensociëteit. Grote groepen zwart-witte scholeksters wisselen nieuwtjes uit, kieviten met hun parmantige kuifjes houden acrobatische baltsvluchten en de grutto’s proberen de dames voor zich te winnen met hun kenmerkende roep hoog boven in de lucht.


Opspelende hormonen

Dat het lente is merk ik ook aan de hazen. Zij zijn alle schuwheid verloren en rennen vlak voor mijn fiets achter elkaar aan. Dan stoppen ze en wordt er een kickboks gevecht gehouden. Ze zijn zo gek als een 'Maartse haas' en hebben alleen oog voor elkaar. Zelfs een sloot houdt ze niet tegen, ook al betekent dat soms een nat pak.

Normaal is de haas meer ’s nachts actief. Overdag doet hij het rustig aan en houdt hazenslaapjes in zijn leger, dat is zijn nest. Zo’n leger stelt niet veel voor; meer dan een ondiep kuiltje in het gras is het niet. De haas leeft alleen, behalve als de voortplantingshormonen op gaan spelen. De mannetjes (rammelaars) gaan dan soms met z’n allen achter een vruchtbaar vrouwtje (moer) aan en degene met de beste conditie wordt de winnaar en mag met haar paren. Daarna maakt hij zich snel uit de voeten en 'zijn naam is haas' als de jongen worden geboren.

De een tot vier jongen hebben direct na de geboorte al een vachtje en de oogjes zijn open. Platgedrukt tegen de grond wachten ze tot hun moeder hen komt zogen. Na een paar dagen knabbelen ze zelf al aan grasjes. Slechts 15 procent van de babyhaasjes overleeft het eerste jaar. Ze worden gepakt door een vos, kat of een roofvogel en ook kunnen ze slecht tegen veel regen.

Maar wat heeft een haas nu met Pasen te maken? Niets met het Christelijke opstandingsfeest van Jezus of de uittocht van het Joodse volk uit Egypte. Maar de Germaanse vruchtbaarheidsgodin Eastra, die als haas vermomd druk is met het verstoppen van eieren komt meer in de buurt.

En dit jaar zijn wij helaas “het haasje”…


Tekst en foto Ada van der Aar