Jan Ouwerkerk: 'De angst voor de oorlog raak je nooit meer kwijt'. | Foto: Emile Snell
Jan Ouwerkerk: 'De angst voor de oorlog raak je nooit meer kwijt'. | Foto: Emile Snell Foto: Emile Snell

Herinneringen aan WOII

Het is nu 2020 en dus 75 jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog werd beëindigd. In Nederland gebeurde dat in mei 1945, in voormalig Nederlands Indië, het tegenwoordige Indonesië, in augustus 1945.

Nog meer dan in voorgaande jaren komen bij overlevenden herinneringen uit die donkere periode weer naar boven. Natuurlijk, herinneringen zijn gebeurtenissen opgeslagen in de sluiers van het verleden en aangevreten door de tijd. Maar zij blijven buitengewoon waardevol. Niet alleen voor hen die moeten leven met die herinneringen, maar juist ook voor ieder ander om te leren voor de toekomst.

Het is met deze intentie, dat ik een aantal Leiderdorpers heb gevraagd hun herinneringen aan de oorlog te delen. Hun verhalen zullen tussen nu en half augustus in deze krant verschijnen. Ik heb ze kunnen – of misschien moet ik zeggen: mogen – optekenen mede dankzij de tussenkomst van Annelen van Wetten, die activiteitenbegeleidster van verschillende van deze senioren is en hen heeft weten te bewegen met mij over deze donkere tijd te praten.

Hieronder het verhaal van Jan Ouwerkerk, die tijdens de oorlog in Leiden woonde.

                        Emile Snell


Een lepel steenkool

Jan Ouwerkerk is geboren in Leiden in 1934. Hij komt uit een gezin dat in de oorlog woonde in de Lombokstraat. Hij had drie broers en een zuster. Pas begin 2019 is hij naar Leiderdorp gekomen.

Het eerste wat bij Jan opborrelt wanneer hem gevraagd wordt naar zijn ervaringen uit de oorlogsjaren zijn de herinneringen aan de razzia's bij hun in de buurt. Hij weet nog hoe straten werden afgesloten en dat Duitse soldaten met hun stampende laarzen en geweren in de aanslag, de straat inkwamen. Hij hoort nog hun snauwende, harde stemmen waarmee ze mensen die op dat moment zich op straat bevonden, de huizen injoegen. Hij zag dat jonge mannen uit de huizen werden gehaald en afgevoerd.

Pas later hoorde hij dat ze naar Duitsland werden gebracht om daar te werk te worden gesteld. En altijd was er in het gezin dan weer de angst, dat ook zijn oudere broers gepakt zouden worden.

Honger

En natuurlijk is er, zoals bij zovelen die de oorlog hebben meegemaakt, ook bij Jan de herinnering aan de honger. Een oudere broer van hem werkte in die tijd bij slagerij V.d. Bergh aan de Haagweg. Eens in de zoveel tijd kwam die thuis met een emmer vol overgebleven slachtvlees en dat werd thuis natuurlijk met gejuich ontvangen. Ook mensen uit de buurt profiteerden daarvan mee.

De honger werd trouwens nog verergerd door de bombardementen die de Engelsen uitvoerden op de spoorlijn in het Morskwartier om de Duitsers op die manier te verhinderen van deze lijn gebruik te maken. Tijdens de bombardementen dook het gezin de kelder in om er pas uit te komen wanneer het sein dat het weer veilig was, werd gegeven. Dat was heel angstig herinnert hij zich. Ja …, zegt hij, de angst voor de oorlog raak je nooit meer kwijt.

Soms liep hij naar de Oranjegracht om wat boodschappen te doen. Hij herinnert zich dat hij dan door het park in de Kooi liep. Tot zijn verbazing zag hij op een keer hoe daar bomen werden omgezaagd. Dit gebeurde niet op last van de gemeente of op bevel van de Duitsers. Neen, het waren gewoon mensen uit de buurt die het deden. Mensen die het hout hard nodig hadden om hun huizen nog een beetje warm te kunnen stoken. Hij herinnert zich dat ook zijn vader daar op een gegeven moment aan mee deed.

Een andere herinnering voor wat betreft de pogingen om het huis te verwarmen, was het verzamelen van steenkolen. Aan de Herensingel werd kolen in- en uitgeladen. Waarschijnlijk werd dat vervoerd naar Duitsland. Bij deze werkzaamheden werd natuurlijk vaak kolen gemorst. Die gemorste steenkolen kwam vaak naast en tussen de rails te liggen.

Hij hoort nog hun snauwende, harde stemmen waarmee ze mensen die zich op dat moment op straat bevonden de huizen injoegen

's Nachts werden die dan geraapt door de mensen die in de buurt van die rails woonden. Hij herinnert zich dat ze van thuis lepels meebrachten om de kolen tussen de rails te wrikken en die dan in mee gebrachte zakken te doen.

Hoewel de bevrijding natuurlijk een geweldig feest was, kan Jan zich daar behalve een geweldig gevoel van opluchting en blijheid niet meer zoveel van herinneren. Hij weet nog wel dat ze na de oorlog naar Rijnsburg zijn verhuisd en dat hij daar 7 jaar bij banketbakkerij Van Ravensbergen heeft gewerkt.