Er valt veel te kiezen; naaldvaste Nordmann, frisgroene Fraseri, geurige Omorika of een zuilvormige ceder.
Er valt veel te kiezen; naaldvaste Nordmann, frisgroene Fraseri, geurige Omorika of een zuilvormige ceder. Foto: Ada van der Aar

Kerstboomstress

Wie heeft dat ooit bedacht, in december een boom in je huis neerzetten? Het waren de Germanen die dit ritueel zijn begonnen. Rond de kortste dag van het jaar waren ze bang dat de zon niet meer terug zou komen. Als een soort bezwering werd er een nog groene boom gezocht als een teken van leven.

Dit was een naaldboom, want loofbomen verliezen hun blaadjes in de winter en zien er dan doods uit. Deze naaldbomen werden versierd met rode bessen, appeltjes en sterren als symbolen van vruchtbaarheid en goddelijkheid.

Maar nu mijn kerstboom. Wordt het een echte boom of een neppert? Die beslissing is snel gemaakt. Geen plastic fantastic, maar een mooie groene lekker geurende echte boom moet het worden. Maar dan begint het kiezen pas echt. Eentje met of zonder kluit? Een brede volle boom, of een smalle hoge? En wat dacht je van de naalden; moeten ze frisgroen, donkergroen of een blauwachtige glans hebben? En ga ik voor een boom met stevige harde prikkende naalden of zachte naalden? En dan hebben we het nog niet eens over de geur gehad, en niet onbelangrijk; hoelang het duurt voordat hij zijn naalden spontaan verliest…

Dan was het vroeger toch een stuk simpeler. Je ging naar de kerstboomverkoper op de hoek van de straat en probeerde daar de boom te vinden die het minst kaal en scheef was. Het was altijd een fijnspar, die zo lekker rook maar al snel zijn naalden liet vallen in de warme huiskamer. Al ver voor het Driekoningen was, werd de boom het huis uit gemikt en werden er kerstbomenoorlogen uitgevochten door de jeugd. Van alle boomrestanten werd een grote stapel gemaakt door de gemeente en onder grote publieke belangstelling ging daar de fik in.

Een tochtje naar een kerstboomspecialist moet uitsluitsel geven. Wil je een duurzame kerstboom, dan is een boompje met kluit een optie, want deze kun je na de kerst in de tuin planten of naar het kerstbomenasiel brengen (dit bestaat echt!). Er valt veel te kiezen; naaldvaste Nordmann, frisgroene Fraseri, geurige Omorika of een zuilvormige ceder. Dit jaar wil ik geen geworstel met een te dikke knoestige onderstam die niet in de houder past en laat er een flink kruis onder timmeren. Eenmaal thuis blijkt dit te groot voor het krukje waar de niet al te grote, maar wel (te) brede boom op moet staan en is enige creativiteit gewenst. Wist u trouwens dat een kerstboom heel veel diertjes kan bevatten die de boom als overwinteringsplaats hebben uitgekozen? De bewoners zoals springstaarten, luizen, mijten en spinnetjes houden zich hopelijk wel gedeisd. Het nieuwe leven is vast binnen!

En de allermooiste boom, die staat dit jaar bij mij!

Tekst en foto: Ada van der Aar