Afbeelding
Foto:

Het einde van Leithon op 26-12-838 en 16-11-2019

De opgravingen die in 2013 hebben plaatsgevonden op het Samsomveldje en de naastgelegen tennisbanen hebben veel inzicht gegeven in de nederzetting en de bewoners van Leithon. Op basis van aardewerkvondsten, een tweetal beugelfibulae en een hergebruikt stuk hout uit het jaar 584 is duidelijk dat de eerste bewoners zich in de tweede helft van de 6de eeuw gevestigd hebben in een kleine nederzetting aan de Leitha. Pas vanaf de late 7e eeuw, nemen de sporen in aantal toe wat wijst op verdere groei van Leithon. Gevonden sporen van een erf met een eenbeukige schuur, erfafscheidingen en waterputten wijzen hierop. Sporen uit de Karolingische tijd duiden op een verdere groei van de nederzetting waarvan de bewoners zich bezighielden met veeteelt, jacht, visserij en akkerbouw. Daarnaast vervaardigde men het Friese laken. Een groot aantal gevonden weefgewichten en spinstenen alsmede fragmenten van wolkammen en hekelpennen wijzen hierop. Andere ambachten waarvan sporen zijn teruggevonden, betreffen het bewerken van leer, bot en geweien. Ook zijn sporen aangetroffen die duiden op de bewerking van metaal. Hierbij werden zowel ijzererts als halffabricaten gebruikt om bijlen, zwaarden, messen, hamers, sleutels en andere gebruiksvoorwerpen te maken. Klei, een grondstof die overvloedig in de omgeving aanwezig was, werd gebruikt om handgevormd aardewerk te maken. De draaischijf was nog niet bekend bij de bewoners van Leithon. Gedraaid aardewerk werd van elders geïmporteerd evenals glazen voorwerpen.

Concluderend kan gesteld worden dat de nederzetting een gevarieerde bestaanseconomie had met wat akkerbouw en veeteelt. De professionele ambachtelijke activiteiten beperkten zich tot het smeden van ijzer en gieten van lood en koperlegeringen en het maken van textiel; veel van de andere ambachtelijke werkzaamheden zullen als huisvlijt zijn uitgevoerd door de boerenhuishoudens. Een deel van de boeren was ook parttime betrokken bij de Friese handel, niet alleen om dierlijke producten of laken en linnen te verhandelen, maar ook als schipper.

Dit alles wijst op een voor die tijd redelijk welvarende nederzetting waarvan na circa 840 geen sporen meer zijn gevonden. Mogelijk is de nederzetting slachtoffer is geworden van de grote stormvloed van 26 december 838, die wordt beschreven in de Annales Xantenses* en de Annales Bertiniani**. De vloed drong bijna geheel Frisia binnen, waartoe ook het Hollandse kustgebied behoorde, en richtte veel schade aan. Op de foto hieronder een impressie van het mogelijke einde van Leithon.

Een tweede mogelijkheid is dat het einde van de nederzetting het gevolg is van sociaal-economische en politieke veranderingen. De hoogtijdagen van Dorestad, de handelsnederzetting in Frisia, zijn na de dood van Lodewijk de Vrome in 840 afgelopen. De Vikingen kunnen hierbij een rol hebben gespeeld. Of deze Noormannen ook invloed hebben gehad op het verdwijnen van Leithon is de vraag. De opgravingen maken geen melding van brandsporen maar het kan niet uitgesloten worden.

Niet uitgesloten moet worden dat langs de hoger gelegen oever van de Rijn een woonkern is blijven bestaan. Aardewerk uit de 10e-13e eeuw uit de opgraving Kastanjelaan wijst er in ieder geval op dat hoger op de oever langs de Oude Rijn de kiem lag van de latere kern van Leiderdorp, met daarin de kerk en een kasteel.

Ook aan de tentoonstelling 'Nieuw Licht op Leithon, het Leiderdorp in de vroege middeleeuwen' komt een einde. Deze zeer drukbezochte tentoonstelling sluit op zaterdagmiddag 16 november om 12.30 uur zijn deuren. Heeft u de tentoonstelling nog niet gezien dan rest u nog enkele weken om naar het Leiderdorps Museum te gaan.

Tekst: Bob Reidsma

Bron: het archeologisch rapport 'Nieuw licht op Leithon. Archeologisch onderzoek naar de vroegmiddeleeuwse bewoning in het plangebied Leiderdorp-Plantage', van M.P.F.Dijkstra, A.A.A. Verhoeven en K.C.L. van Straten (red.)

*waarschijnlijk geschreven in de Abdij van Lorsch betreffende de periode 832 tot 852

** Frankische annalen over de periode 830 tot 882 uit het klooster van Sint-Bertinus in het Franse St.-Omer.