Wie van de drie

. n DWA stond op 2 juli pas aan het begin van het onderzoek, maar kon toch al wat voorlopige resultaten en conclusies delen. Als het gaat om de energievoorziening voor woningen, zijn er in de Oranjewijk in feite maar drie denkrichtingen, stelt Martijn Koop van het onderzoeksbureau. Ten eerste het systeem dat we nu hebben, dus gas, wel bij voorkeur hernieuwbaar, in combinatie met elektriciteit. Ten tweede de all electric oplossing waarbij een warmtepomp gebruikt wordt voor de verwarming. En als laatste een hoge temperatuur warmtenet voor de verwarming van huis en tapwater, in combinatie met elektriciteit.

De gas-plus-elektriciteit optie is voor de bewoners onmiskenbaar de simpelste en goedkoopste maar is niet realistisch, legde Koop uit. Gebruik je aardgas, dan heeft deze oplossing een houdbaarheidsdatum van maximaal dertig jaar; in 2050 gaat de gaskraan definitief dicht. Groen, hernieuwbaar gas is nog niet 'marktrijp'. Biogas kan nog niet in voldoende mate geproduceerd worden. Ook waterstofgas is schaars en bovendien duur om te maken. "Als je daarbij bedenkt dat de energietransitie voor industrie en mobiliteit nog veel lastiger is dan voor woningen, kan je er nu beter voor kiezen om het beetje waterstofgas dat er nu is voor die sectoren te gebruiken."

Optie 2, all electric, betekent een "heel prijzig pakket voor de bewoners", volgens Koop. "De woning moet dan goed geïsoleerd worden en er zal in veel gevallen een nieuwe verwarmingsinstallatie moeten komen. Ook heb je ruimte nodig voor de warmtepomp en andere apparatuur." Daarnaast zal, als veel mensen overgaan op all electric, het elektriciteitsnet flink verzwaard moeten worden. "En je wilt ook niet dat die extra elektriciteit wordt opgewekt in een kolencentrale."

Voordeel aan optie 3, het warmtenet, is dat de huizen er relatief makkelijk op aan zijn te passen. "Zo'n warmtenet levert een fijne hoge temperatuur en u hoeft er niet zoveel voor te doen", aldus Koop. "Verregaand isoleren is niet direct nodig en de radiatoren zouden bruikbaar moeten zijn." Wel is ruimte nodig voor de warmtewisselaar, waarin de warmte van het warmtenet aan het verwarmingssysteem in huis wordt afgegeven.

Buitenshuis wel veel gebeuren voor de aanleg van een warmtenet, de hele wijk moet ervoor op de schop.

Aanvankelijk rekende de gemeente Leiderdorp op de Rotterdamse Warmterotonde als warmtebron voor een warmtenet. Maar het ziet er nu naar uit dat de pijpleiding tussen Rotterdam en Leiden, waar Leiderdorp op wilde aanhaken, er in ieder geval de eerstkomende jaren niet komt. Op zich is dat geen probleem, zei Koop. "De warmte hoeft niet per se uit Rotterdam te komen. We kunnen ook op lokaal niveau kijken of er warmtebronnen zijn." Hij denkt dan bijvoorbeeld aan TEO (thermische energie uit oppervlaktewater), TEA (thermische energie uit afvalwater), TED (thermische energie uit drinkwater) of bodemwarmte (waarbij grondwater van een diepte van 30-300 meter in de zomer wordt opgepompt, verwarmd en teruggepompt om 's winters als warmtebron te kunnen gebruiken). In al deze gevallen moet de temperatuur dan wel met elektriciteit worden opgewaardeerd tot minimaal 70 graden Celsius.

Planning

Deze zomer analyseert DWA de drie scenario's die als meest realistisch voor de Oranjewijk naar voren zijn gekomen: all electric, een warmtenet met lokale bronnen, en een warmtenet met de Rotterdamse Warmterotonde als bron. Daarbij wordt per scenario aangegeven wat daarvoor in en om de huizen moet gebeuren en wat de kosten zijn voor de bewoners en voor de overheid. Volgens planning moet die analysefase in september klaar zijn. Vervolgens worden de scenario's in oktober doorgesproken met de Werkgroep Oranjewijk. In november is het dan zover dat de gemeente samen met de bewoners bepaalt welke richting de energietransitie in de wijk uitgaat.


Foto boven: In de Does-laan staan veel van de oudste woningen in het projectgebied.

Foto links: De familie Wolf gebruikt hun AGA fornuis niet alleen om te koken maar ook voor verwarming van de keuken en de boiler.