Afbeelding
Foto: PR

Blik op bestuurlijke geschiedenis Leiderdorp dankzij inventarislijst

Het Leiderdorps Museum is, via de Provincie Zuid-Holland, in bezit gekomen van een cahier dat een bijzonder document bevat: de 'Inventaris van het Archief der Gemeente Leiderdorp 1561-1934'. Dit geschrift, op de oude schrijfmachine getypt, is in 1956 opgesteld door M.D.Lammerts en J.L. Van Der Gouw. De opstellers geven een korte toelichting op de 'gemeentelijke organisatie' en de veranderingen daarin gedurende de periode 1561 tot 1934. Het is een interessante bron die verwijst naar honderden archiefstukken die een inzicht geven in de bestuurlijk geschiedenis.

De 'regering' van Leiderdorp bestond vóór 1795 uit het zogenaamde Gerecht (schout, twee ambachtsbewaarders en zeven schepenen) voor de algemene dorpszaken. Zij legden verantwoording af aan het Hoogheemraadschap van Rijnland. Daarnaast had de kerk een grote rol in het dagelijks gebeuren. De kerkelijke goederen werden beheerd door de schout met twee kerkmeesters. Tevens hield de schout tezamen met twee heilige geest meesters, ook wel armenmeesters genoemd, toezicht op de armengoederen en de verspreiding hiervan. De benoeming van schout, ambachtsbewaarders, kroosheemraden, secretaris en bode geschiedde door de ambachtsheer van Leiderdorp. De verkiezing van schepenen (beurtelings vier en drie) geschiedde jaarlijks door de regerende schepenen op Koppermaandag (maandag na Drie Koningen) uit een voordracht van de schout.

De bestuurlijke organisatie veranderde in 1795 toen er een gemeentebestuur werd ingesteld. Het college van schepenen blijft tot 1811 in functie als de rechtbank voor Leiderdorp. Dit veranderde in 1811 toen de Nederland onderdeel was van het Franse Rijk.

Het eerste deel van het archief beslaat de periode tot 1811 met 'archieven van dorps-, ambacht- kerk,- en armenbestuur van Leiderdorp voor 1811' en 'archief van schout en gerecht, later municipaliteit van Leiderdorp tot 1811'. Uit de inventarislijst over die periode blijkt dat dat al in de 17de eeuw te houden collectes werden vermeld. Zoals de collectie die in 1681 werd gehouden ten behoeve van de armen en slaven in Algiers (zie afbeelding van Jan Luiken uit 1684 hieronder). In 1786 werd er gecollecteerd voor het wees- en armenhuis in Leiderdorp en in 1807 voor de slachtoffers van de ramp met het kruitschip in Leiden.

Uit de jaren 1663 en 1664 zijn er diverse stukken over de aanleg van het jaagpad Leiden- Utrecht.

In 1640 is een 'memorie der landerijen' uitgevaardigd waarin het verdiepen van de Dwarswetering, het schieten van de Leysloot en het 'verhoefslagen' (het verdelen van de dijken in stukken waarvoor een specifieke boer de onderhoudsplicht had.) en wie de rekening moesten betalen.

Het ontstaan van de 'Ommedijk', de dijk rond om de oude kern van Leiderdorp, het onderhoud, de eigendommen en betalingen door belanghebbenden gedurende de periode 1597 tot 1861 kan in 23 archiefstukken worden nagezocht.

In het deel van de inventarisatie dat de 'Financiën van het ambacht' beschrijft, is de grote invloed van het Hoogheemraadschap Rijnland terug te lezen. Archiefstuk 103 omvat 'Legger en kaart van de landen behorende tot het ambacht van Leiderdorp gemeten door de landmeter van Rijnland in1597'. Stuk 105 gaat over de toestemming van de hoogheemraden aan de ambachtsbewaarders om dijkrechten en morgengelden te innen.

Het archief van de kerkmeesters omvat onder meer stukken inzake het beheer van de graven in de kerk in de periode 1625 tot 1805. In het archief van 'Schout en Armenmeesters' is het 'Reglement uit 1715 op het verhuren van de doodskleren door de heilige geestmeesters' na te lezen.

Deze inventarisatie van het archief der gemeente Leiderdorp die in 1956 is opgesteld, geeft een goede handleiding om in het archief van Erfgoed Leiden en Omstreken, interessante aspecten van de geschiedenis van Leiderdorp uit te zoeken.

Wordt vervolgd

Door: Bob Reidsma