Afbeelding
Foto: Corrie van der Laan

'Heemtuinvader' Wim Kanbier

Als er één Leiderdorper is met groene vingers, dan is het wel Wim Kanbier. Alles wat groeit en bloeit is zijn lust en zijn leven. Dat blijkt ook uit zijn boekenkeuze in de glazen vitrine in de bibliotheek. Maar daarover later meer.

Wim Kanbier werd in 1934 geboren in Aalsmeer als jongste van vijf kinderen. Zijn vader overleed toen hij nog een baby was. Daarop verhuisde het gezin naar Leiden, waar Kanbier opgroeide. De liefde voor planten zat er van piepjong af aan in bij de jonge Wim. "Ik herinner me dat ik als klein kind ademde op kleine plantjes om de vorst er af te krijgen", vertelt hij. Aan school, daarentegen, had hij een enorme hekel. Hij verruilde de schoolbanken voor een baan bij hovenier Witteman toen hij pas 12 jaar was. Leren deed hij daarna nog volop, maar dan gefocust op leerstof die hij interessant vond. Als 13-jarige ging hij driemaal in de week naar de avondschool. "Steeds van 7 tot 10 uur, dat viel niet mee naast een hele dag werken", weet hij nog goed. Hij haalde zo alle mogelijke diploma's op hoveniersgebied en volgde bovendien een opleiding tot tuintechnicus.

Aan zijn werk bij de hovenier kwam een eind toen hij in 1952 in dienst moest. "Daar had ik ook een hekel aan. Ik kan geloof ik niet goed tegen gezag; lekker in je eentje klooien, daar hou ik van." Botsingen met gezag speelde hem ook parten bij de banen die hij na zijn diensttijd kreeg, bij de gemeente Leiden en de Leidse universiteit. "Gelukkig kon ik op een gegeven moment aan de slag in een hoveniersberdrijf van een oude schoolkameraad. Die liet mij m'n gang gaan en daar heb ik negen jaar gewerkt."

In 1970 viel zijn oog op een vacature van de gemeente Leiderdorp. "Ze zochten een hovenier. De toenmalige wethouder Egbert Drenth was op zoek naar iemand die de heemtuin kon aanleggen. Dat was net iets voor mij. De grote lijnen waren uitgezet door een tuinarchitect maar bij de uitvoering gaf Drenth mij helemaal de vrije hand." Het bijzonder aan de heemtuin, vertelt hij, is dat er zoveel mogelijk Nederlandse landschapsvormen bij elkaar gebracht zijn. Achttien, om precies te zijn en dat levert een enorme variatie aan planten op.

In de loop der jaren ontwikkelde de heemtuin zich steeds meer, en hetzelfde gold voor Kanbier. "Ik startte als tuinman maar werd steeds meer ecoloog." Toch ging hij vroeg met pensioen, 58 was hij pas. "Theo van Schie stond toen al in de coulissen om me op te volgen, het was een goed moment om te stoppen." Hoewel, gestopt is hij eigenlijk nooit. Hij is altijd adviseur gebleven voor de heemtuinbeheerders. "In principe ga ik elke ochtend naar de heemtuin. Steevast om 10 uur koffie drinken in de kantine bij de kinderboerderij en dan meteen bijpraten." De heemtuin zou niet zijn wat hij is zonder Wim Kanbier, maar andersom geldt dat evenzeer. "De tuin geeft me levensvreugde."

Wat hij zelf niet aanstipt, maar zeker niet onvermeld mag blijven, is dat hij als waardering voor zijn inzet voor het groen in Leiderdorp in 1994 benoemd is tot Lid in de Orde van Oranje Nassau en vorig jaar die Koninklijke onderscheiding nog eens in zilver kreeg.

Het zal niemand verbazen dat Kanbier in de glazen vitrine vooral uitgaven heeft geplaatst die te maken hebben met 'zijn' heemtuin. Zoals de 'Gids van de Leiderdorpse Heemtuin', geschreven door Kanbier, in twee versies: een simpele en een uitgebreide met theoretische achtergrond.

Vanaf het voorjaar van 1977 schreef Kanbier samen met medewerker Aad Rijntalder elke maand de 'Heemkijker', met uitleg over alles wat er te zien is in de tuin. Die werd opgevolgd door de 'Seizoensberichten', een zelfde soort uitgave maar minder frequent verschijnend. Van beide blaadjes liggen voorbeelden in de vitrine.

Kanbier voelt echt een band met de plantenwereld. Niet dat je hem zal zien praten of knuffelen met bomen. Maar, zegt hij, "Er is wel iets aan de hand, er is een soort contact mogelijk." Die gedachte komt ook naar voren in twee van zijn favoriete boeken. In 'Plantaardig. Vegetatieve filosofie' zet filosoof Th. C.W. Oudemans uiteen dat ook planten een bepaalde vorm van intelligentie hebben en dichter bij de mens staan dan wij denken. En in 'Het verborgen leven van bomen' legt Peter Wohlleben uit dat bomen ook gevoel hebben, onderling kunnen communiceren en elkaar helpen.

Een heel andere interesse van Kanbier wordt verraden door de boeken op de derde plank. Die ligt vol met reisgidsen. Kanbier en zijn echtgenote hebben altijd graag gereisd, bij voorkeur met de caravan. Via de organisatie ASCI zijn ze onder meer in Sicilië, Hongarije en Portugal geweest. Maar ook op die reizen bleef Kanbier een echte plantenman. "We hebben eens zes weken rondgereisd in Turkije. Daar heb ik ontzettend veel ideeën opgedaan voor de heemtuin."

Met terechte trots heeft hij in de vitrine ook twee prijzen neergezet die de heemtuin heeft gewonnen bij de – helaas enkele jaren geleden opgeheven – Commissie Mooi Leiderdorp. Een waardering voor de schoonheid van de gemeentelijke tuin.

Zelf ziet hij eigenlijk niet eens meer hoe mooi de heemtuin is. "Ik krijg nog regelmatig complimenten maar voor mij is het gewoon een gemeenschap waarin ik thuis hoor."