Afbeelding
Foto: PR

HERINNERINGEN

In deze tijd van het jaar komen bij mensen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt – de één wat meer bewust dan de ander – herinneringen aan die periode weer naar boven. Op deze pagina schrijft Leiderdorper Emile Snell over zijn vader, die zelf nooit wilde praten over de vreselijke tijd die hij doorbracht in een Japans interneringskamp. Het verhaal 'Zeepsop' werd hem verteld door een oom, die in hetzelfde kamp zat.

Ook tekende Snell de oorlogservaringen op van het echtpaar Joop en Bertie van Schagen-van Egmond. Inmiddels alweer 48 jaar Leiderdorpers maar in de oorlog, toen ze nog kinderen waren, woonden ze in respectievelijk Leiden en Voorhout.


                 Zeepsop

De hieronder, in de eerstvolgende zinnen, opgeschreven ervaring zou door zo vele anderen eveneens kunnen worden verteld. De ervaring namelijk van het moeten samen leven met een vader die nooit over zijn oorlogsverleden heeft willen vertellen. Een vader die soms kon wegzakken in zijn vaak afschuwelijke herinneringen. Herinneringen die hem vastketenden in steeds terug kerende dromen, maar die hij niet kon of wilde delen met zijn familieleden.

En ja, ook ik heb nooit met mijn vader gesproken over zijn ervaringen in het Japanse interneringskamp. Maar het verhaal van één van de vele vernederingen die hij in dat kamp heeft moeten doorstaan, is mij door een oom die samen met hem in hetzelfde interneringskamp te werk was gesteld, verteld.

Zoals in al die kampen moesten de gevangenen onder het toeziend oog van niets ontziende Japanse soldaten dag in dag uit zwaar lichamelijk werk verrichten. Daarnaast eisten de vele diepe vernederingen eveneens hun tol. De uitputting die dat zowel lichamelijk als geestelijk vaak veroorzaakte, gekoppeld aan ondervoeding en aan de vele vormen van tropische ziekten kostte velen het leven.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de sterksten probeerden, om wanneer zij daartoe de kans dachten te zien, via de hekken die het kamp afsloten van de buitenwereld, in contact te komen met de bevolking die op weg naar hun werk of anderszins langs die hekken liep, om zo te pogen wat voedsel binnen te smokkelen. Dit was een buitengewoon gevaarlijke onderneming, want als je werd gesnapt, dan wa-

Een van de weinige foto's die Emile Snell heeft van zijn vader.

ren stokslagen en het een hele dag worden vastgebonden aan een paal en dat in de brandende zon de nog niet eens ergste straffen.

En zo, aldus mijn oom, werd ook mijn vader op een keer betrapt.

Hij kreeg zijn vele stokslagen en werd daarna aan zijn polsen opgehangen aan een paal midden in het kamp. Hij kon slechts met de toppen van zijn tenen nog net bij de grond komen. Uur na uur bleef hij daar hangen, in de brandende zon. Op een gegeven moment hield hij het niet langer uit en smeekte om water. De Japanse soldaten deden eerst of ze hem niet hoorden en liepen quasi nonchalant aan hem voorbij. Pas toen mijn vader alleen nog maar bijna onhoorbaar mompelend kon smeken, kwamen twee soldaten met een grote kan water naar hem toe. Eén van hen hield zijn mond open en de ander goot het water naar binnen.

Mijn vader begon te jammeren en poogde zijn mond te sluiten. Maar de soldaat hield zijn mond open tot de kan leeg gegoten was.

Aan de luchtbellen op zijn lichaam en in het water op de grond konden medegevangenen zien dat het geen zuiver water was geweest dat ze bij hem naar binnen hadden gegoten maar … zeepsop.

Enfin, hij heeft het kamp overleefd. Maar hoe … dat weet eigenlijk hij alleen.

Eind 1945 kwam hij vrij en keerde terug naar zijn vrouw en kinderen. Ik was nog te jong om mij te herinneren wat voor een man hij voor de oorlog was geweest. Maar de man die ik toen als mijn vader leerde kennen was volgens velen niet de man die hij eens was.