De nijlgans broedt sinds 1967 in Nederland. Het is een standvogel wat betekent dat de vogel jaarrond voorkomt.
De nijlgans broedt sinds 1967 in Nederland. Het is een standvogel wat betekent dat de vogel jaarrond voorkomt. Foto:

Winter

Het is winter. Het vriest af en toe en er ligt af en toe sneeuw. Er ligt een dun laagje ijs op het water. Het ijs is niet dik genoeg om te schaatsen, maar precies genoeg voor een meeuw om op te gaan staan. Het is een kokmeeuw. In de zomer heeft de kokmeeuw een donkere kop. In de winter alleen en vlekje. Dit wordt ook wel een koptelefoontje genoemd.

Ook kom ik op mijn wandelrondje een paartje nijlgans tegen. Ben ik toch benieuwd hoe het zit met de nijlgans. Ik besluit het op te zoeken. De in het wild levende nijlgans blijkt af te stammen van ontsnapte siervogels. De nijlgans broedt sinds 1967 in Nederland. Het is een standvogel, wat betekent dat de vogel jaarrond voorkomt. Dit in tegenstelling tot de kokmeeuw. We zien de kokmeeuw wel jaarrond, maar de meeuwen die bij ons broeden trekken naar het zuiden. In de winter trekken noordelijker levende kokmeeuwen naar ons om te overwinteren. De nijlgans ziet er uit als een kleine gans, maar is meer verwant aan de eend. Sinds 2 augustus 2017 staat de nijlgans op de lijst van invasieve exoten. De lijst is te vinden op de website van de voedsel en warenautoriteit.

In de vogelatlas van Sovon (2019 3e druk) staan verspreidingskaartjes van de nijlgans. Waar in de 70 er jaren van de vorige eeuw nog maar enkele broedparen bekend zijn, broedt de nijlgans nu in bijna 90 % van de atlasblokken. (Nederland is opgedeeld in blokken van 5x5 km, wat een atlasblok heet).

De veel bekendere exoot is de halsbandparkiet.

Als broedvogel komt de halsbandparkiet voornamelijk in de randstad voor. Dan nog eens voornamelijk in stedelijk gebied. De halsbandparkiet is een tropische vogel. De populatie in het wild in Nederland is afkomstig van kooivogels die in het wild terecht gekomen zijn. In de 70 er jaren van de vorige eeuw er een verspreiding van <1% van de atlasblokken. Nu is dat 10%. Soms kun je wel eens een halsbandparkiet een verlaten spechtenhol in of uit zien schieten. Hier broeden ze soms. Rond de schemering kan je een ander fenomeen waarnemen. Halsbandparkieten slapen gezamenlijk ergens in een hoge boom. In Leiderdorp heb je een aantal van die bomen die regelmatig gebruikt worden. Soms verkassen e weer naar een andere boom. 's morgens zie je ze dan over de omgeving uitwaaieren. 's Avonds zie je ze dan weer terugkeren naar de slaapboom. Het zijn net forenzen.