Een meerkoet bij haar nest kuikens.
Een meerkoet bij haar nest kuikens. Foto: Ada van der Aar

Heel gewoon, maar toch bijzonder

Hij zit in bijna elke Leiderdorpse sloot en vijver, maar toch valt hij amper op. Hooguit kijk ik even op als er op hoge toon een ruzie met de buren wordt uitgevochten.

Met zijn te grote flapvoeten en plompe lijf scharrelt hij meestal wat onhandig rond. Van zijn uiterlijk hoeft hij het duidelijk niet te hebben. Een compact effen zwart lijf, witte snavel en voorhoofdsbles en flinke (ook figuurlijk) lange tenen. Heeft hij dan misschien een mooie stem? Ook dat valt tegen. De meerkoet, moet het doen met een schelle, keffende schreeuwstem. Helaas heeft hij zijn karakter ook niet mee. Hij is agressief, strijdlustig en hij heeft een kort lontje.

Toch is het leuk om deze vogels eens rustig te bekijken. In de winter zoeken ze elkaar op en dobberen ze vaak in grote groepen in open water. Naast onze Nederlandse meerkoeten zijn er ook wintergasten uit Oost-Europa en doortrekkers in deze groepen. Gezamenlijk zijn ze sterk, signaleren snel vijanden en houden een groot wak open bij vorst. Gebroederlijk zwemmen ze wat rond en grazen op weilanden en wegbermen terwijl het verkeer er rakelings langs scheurt. Er klinkt geen onvertogen woord. Maar dan wordt het lente en de gemoederen raken verhit. De groep valt uiteen en ze vertrekken naar verre oorden of gewoon naar een sloot in de buurt. Vliegen doen ze niet graag, maar eenmaal in de lucht kunnen ze grote afstanden afleggen. Dit gebeurt meestal 's nachts.

Als er een leuke partner gevonden is tezamen met een aantrekkelijke sloot, moet er een nest gemaakt worden. Dat kan tussen het riet, maar eigenlijk zien ze overal mogelijkheden. Naast het Alrijne ziekenhuis waren de fonteinvoeten uitverkoren. Hoewel de nesten keer op keer werden weggehaald begonnen de meerkoeten steeds opnieuw met nestbouw. Uiteindelijk zijn toen de complete fonteinen maar verwijderd… In het nest dat gemaakt wordt van waterplanten,

Hij is agressief, strijdlustig en hij heeft een kort lontje

takjes, gras en soms stukken plastic worden vijf tot negen eitjes gelegd. Man en vrouw broeden om de beurt. Als de kleintjes na ruim drie weken uit het ei kruipen is het even schrikken voor de ouders, want hun kroost lijkt helemaal niet op hen! Een zwart donzig lijfje, geel bontkraagje en een kale rode kop, met een wit snavelpuntje. Kleine kleurige monstertjes zijn het; die al direct het water in gaan. Dan breken drukke tijden aan voor de ouders. Ze zwemmen af en aan met lekkere hapjes, zoals stukjes waterplant en kleine insecten. Dan komt ook hun agressieve karakter goed van pas. Reigers en meeuwen zijn altijd in de buurt om zo'n mals kuikentje weg te kapen, maar dat laten de ouders niet zo maar gebeuren. Echte overlevers zijn het; heel gewoon, maar toch bijzonder!

Tekst en Foto: Ada van der Aar