Afbeelding
Foto: PR

Steen- en Kleiwarenfabriek Ouderzorg-De Ridder

Wie over de Van der Valk Boumanweg naar Leiden fietst en na het Rosarium rechtsaf slaat, komt straatnamen tegen als Laan van Ouderzorg, Steengaarde en Ovengaarde. Deze namen hebben betrekking op een steenfabriek die bijna tachtig jaar in dit gebied gelegen heeft. De Steen- en Kleiwarenfabriek Ouderzorg-De Ridder, opgericht in 1876, werd halverwege de jaren zestig gesloopt om ruimte te maken voor de nieuwbouw van Leiderdorp.

Deze grote fabriek is opgericht door W.H. van Zanten Jr. en was in aanvankelijk bekend als Steenplaats W.H. van Zanten. De heer van Zanten was in Leiderdorp al actief als industrieel met de stoomolie- en trasfabriek W.H. van Zanten en Disselkoen, waar uit lijn- en koolzaad olie werd perste en van de restanten veevoeder werd gemaakt. Rond 1865 verkocht hij zijn aandeel in dit bedrijf om op een naastgelegen kavel de Steenplaats met zijn naam te beginnen.

De naam Steenplaats W.H. van Zanten bleef gehandhaafd tot 1901 en ging toen over in N.V. Steen-Pannen en tegelfabriek Ouderzorg. In 1942 werd de in Oegstgeest gevestigde schoorstenenfabriek De Ridder op last van de bezetter gesloten en werd de productie verplaatst naar Leiderdorp. De naam van het bedrijf werd aangepast tot C.V. Steenfabriek Ouderzorg-De Ridder & Co. In 1954 werd dat omgezet in N.V. Steen- en Kleiwarenfabriek Ouderzorg-De Ridder. In 1962 heeft de gemeente Leiderdorp, met bouwburgemeester van Diepeningen aan het roer, de fabriek overgenomen, gesloten en gesloopt. Er moest ruimte gecreƫerd worden om Leiderdorp te laten groeien. Oudere Leiderdorpers herinneren zich nog het neerhalen van de fabrieksschoorstenen.

Het fabrieksterrein strekte zich zo'n 150 meter langs de Rijn en stak een 500 tot 600 meter diep de polder in. Hierop stond onder meer een ovengebouw met twee zigzagovens waarin stenen van velerlei aard gebakken werden. Deze ovens werden met de hand gestookt, de kolen werden met kruiwagens aangevoerd. Er was nog een tweede ovengebouw waarin zich een vlamoven bevond. De warmte van de ovens werd benut voor het drogen van de stenen. Drie verdiepingen lagen er boven de vlamoven en de houten vloeren waren met grote kieren neergelegd zodat de warmte zich makkelijk door het gebouw kon verspreiden. De vloeren stonden vol met droogrekken. Over alle verdiepingen lagen rails, zodat de aan- en afvoer van de natte en droge stenen per wagentje kon plaatsvinden.

Een ander groot gebouw was het 'persgebouw'. Hierin stonden twee machinale strengpersen waarin de ruwe klei werd gestort dat vermalen werd. Als een bruikbare massa met voldoende vochtigheid kwam de klei uit de pers en werd door een kanaal geperst om de juiste steenvorm te krijgen. Op een snijtafel werd deze strengen met klei op de juiste afmeting gesneden. De natte stenen werden per wagen naar de 'Haaghuizen' elders in het bedrijf gevoerd.

Drie namen zijn we al tegen gekomen die leiden naar een straatnaam, Laan van Ouderzorg, Overgaarde en Haaghuishof.

Wordt vervolgd.

Tekst: Bob Reidsma

N.b. Voor dit artikel is o.m. gebruik gemaakt van het geschrift 'Zoals de Steenfabriek Ouderzorg De Ridder en Canton was'van W.H. van Doesburg.