Boerderij Agthoven: 'lust- en lasthof'
Boerderij Agthoven is één van de Leiderdorpse boerenhofsteden met een lange geschiedenis. De grond - in de Middeleeuwen in bezit van het bisdom van Utrecht - wordt vanaf 1391 in leen gegeven. In 1429 staat er een huis. De kelder met stenen kruisgewelf onder het latere herenhuis stamt nog uit die tijd.
Eind 17e eeuw bestaat Agthoven uit boerderij met schuur, stal en hooiberg voor de pachter en herenhuis met koetshuis en stallen voor de landheer. Eigenaren zijn o.a. E. Pieck en Heer Van der Does. Gebr. Van Lelyveld kopen het complex in 1705 en hun neef Pieter in 1730. Deze welgestelde kalkbrander laat in 1742 een speelhuis met achtkantige koepel bouwen. Ida van Lelyveld krijgt Agthoven in 1809 in bezit. Ze laat een tuin aanleggen en een zomerhuis bouwen. Neef Pieter Hubrecht (destijds burgemeester) erft de hofstede in 1845. Hij breidt het herenhuis uit met een complete verdieping erop. Echter voor zijn zoon en erfgenaam Paul blijkt Agthoven te groot. Voor hem is het 'lusthof een lasthof' en hij sloopt in 1880 de verdieping en het rechterdeel van het herenhuis. Kelder, opkamer en zomerhuis blijven gespaard.
De familie Roest, sinds 1865 huurder van boerderijgedeelte en stallen, blijft decennialang pachter. Eind jaren 60 (20e eeuw) koopt Marius Roest Agthoven van de erven Hubrecht. Hij is de laatste boer. Wegens reuma moet hij in 1979 de hofstede verkopen. De nieuwe eigenaren (familie Blok) knappen het 'monumentale' complex op en geven het weer de uitstraling van een buitenplaats. Ze vestigen er een dierenhotel en trimsalon in. Deze functie heeft het nog steeds.
Tekst: Nelleke Thissen
Foto nu: Arthur Stiefelhagen
Bron: 'Landelijk Leven in Leiderdorp': Claudia Thunnissen
