Meiorchis. | Foto: J.P., Kranenburg
Meiorchis. | Foto: J.P., Kranenburg Foto: Johan Kranenburg

De duinweide

Door het samenspel van verschillende factoren zoals wind, zeestromingen, zandaanvoer, golfslag en begroeiing zijn de duinen langs onze kust ontstaan. Het duinlandschap in ons land is voortdurend aan verandering onderhevig. Door de wind komen regelmatig verstuivingen voor en het waterpeil is sterk afhankelijk van de neerslag. In de natte seizoenen zal daardoor een duinweide onder water staan terwijl in droge tijden een duinmeertje droog kan komen te vallen. Bij stabiele omstandigheden in een natuurgebied kan men uiteindelijk bosvorming verwachten. Maar door de regelmatige veranderingen in jonge duingebieden, ook veroorzaakt door vraat van konijn of andere planteneters en door toedoen van de mens, komt het veelal niet zo ver.

Om de invloeden die zorgen voor de sterke veranderingen op de vegetatie in een duinlandschap na te bootsen in de Heemtuin is voortdurende zorg nodig. Zo kan met een schuif in het snelstromende beekje (een duinrel) langs de duinweide het hoogteverschil van de waterstand geregeld worden. Daarnaast zijn afplaggen, afvoer van maaisel en verwijderen van ongewenste begroeiing noodzakelijk. Hetzelfde geldt voor regelmatige aanvoer van duinzand en kalk in de vorm van schelpen.

Wel zijn de weersomstandigheden aan zee anders dan in de Heemtuin. Er bestaan naast de duinweiden bij de zee ook duinweiden langs rivieren. Daar is het klimaat minder ruw en beter vergelijkbaar met de situatie in de Heemtuin.

Via de ingang van de Heemtuin bij de kinderboerderij loopt men eerst door een deel van het Fluitenkruidbos en daarna linksaf naar beneden. Vervolgens tussen de Koningsvarens door gaan we over een brug vanaf veengrond naar de zandgrond van het duinlandschap. Na de bossage rechts en de uitloop van de duinrel links komen we bij de open duinweide met het droge duin links en het duinmeertje rechts.

De diversiteit aan plantengroei in de natte duinweide is opvallend. In deze tijd van het jaar staan er volop orchideeën te bloeien, bijvoorbeeld de Meiorchis en de Moeraswespenorchis, en midden in het water zien we als kensoort voor deze landschapsvorm volop Lidsteng staan met daarbij een overvloed aan rechte stengels van de Holpijp. Daartussen vinden we de Middelste- en ook nog Kleinste waterweegbree. Andere opvallende verschijningen zijn de Kale jonker (een distel) en de gele Ratelaar ( een half parasiet op graswortels). Van grassen is het Trilgras hier een markant voorbeeld, en bij een wandeling rond het duinmeertje is de caramelgeur van Reukgras waarneembaar. Twee bulten Pluimzegge tornen boven de rest uit. Opvallend is de hoeveelheid Echte koekoeksbloemen met op het drogere deel het Kamgras. Langs het beekje staat witte Knolsteenbreek te bloeien. Aan de overkant hoog op het duin vinden we de gele Teunisbloem. In het natte deel zien we overal nog Moerasvaren. In de loop van het jaar kunnen we nog meer verwachten, zoals Moerasrolklaver, Teer guichelheil en Parnassia.

Het ligt voor de hand dat in dit milieu veel soorten insecten zich thuis voelen zoals Libellen en Waterjuffers, Vlinders, Wantsen, Kevers en Zweefvliegen, Bijen en Hommels. Met het geluid van de vogels en de rust die in de Heemtuin te vinden is kan het daar goed toeven zijn.

Elke eerste zondagmiddag van de maand wordt door Aad Rijntalder verteld over de verschillende landschapsvormen in de Heemtuin.

                         KRAK

Het duinmeertje met daarachter het droge duin.
Afbeelding