Purperkleurige en witte Holwortel.
Purperkleurige en witte Holwortel. Foto:

Stinsenbos

Wandel vanaf de Van Diepeningenlaan langs de parkeerplaats de Houtkamp in. Na zo'n 30 meter is rechts de ingang naar de Heemtuin. Als we naar binnen gaan zijn we in het Stinsenbosgedeelte van de tuin.

Het woord stins komt uit het Fries en betekent steen. Het begrip stinsenplant slaat op planten die, van inheemse afkomst of uit het buitenland ingevoerd, bij stenen buitenhuizen van de rijken (steenrijk) werden aangeplant. De omgeving ervan is gekenmerkt door open bos.

Veel van deze planten zijn bol- of knolgewassen of planten met wortelstokken. Het voordeel voor deze planten is het opgeslagen reservevoedsel in de bol, knol of wortelstok. Deze planten kunnen daardoor vroeg in het jaar uitlopen, bloeien en vrucht zetten, nog voordat het bladerdek het zonlicht voor ze afschermt. De grondsoort waarin deze planten gedijen is de humusrijke grond met veel kalk van de siertuinen bij de buitenplaatsen. Bij de ontwikkeling van dit gedeelte van de heemtuin is en wordt aan de voorwaarden voor een vereiste ondergrond alle aandacht besteed.

Na de ingang van de heemtuin zien we rechts bloeiende Bosanemonen. Vier stappen verder een groepje uitgebloeide Winterakonieten waarvan de zes zaaddozen nu zichtbaar zijn. Links steekt het blad van de Aronskelk de kop op. In de rest van het Stinsenbos komt hij veelvuldig voor. De bloei, een witte kelk met daarin een kolfvormige bloem, moet nog komen. Dit is een plant die vliegende insecten vangt voor de bevruchting en ze ook weer vrij laat. In het najaar zien we de kolven vol oranje vruchten. Op veel plaatsen staan de knoppen van de Voorjaarszonnebloem op springen. Waar we op dit moment overal tegenaan lopen (overdrachtelijk) is de purperkleurige en witte Holwortel en her en der staat een bloeiend Peperboompje.

Bij de eerste splitsing naar rechts komen we aan beide kanten van dat pad het Bingelkruid tegen. Bij de jonge planten is de bloeiwijze al goed te zien. Dit is dan wel geen stinsenplant maar bij het bordje rechts van het pad zien we ook dat hier sprake is van een Fluitenkruid plantengemeenschap. Dat wil zeggen dat het Fluitenkruid (geen stinsenplant) voor deze gemeenschap een kensoort (veel voorkomende soort) is. De plant die we straks langs veel wegen en dijken als 'Hollands kant' met de fijne witte schermbloemen terugvinden. We zien aan de rechter kant een massa Daslook staan, een plant die in de rest van de Houtkamp overal voorkomt en een geur van uien verspreidt. Deze stinsenplant woekert hier dusdanig, dat er gewied wordt om de wildgroei in te perken. Verder zien we hier stinsenplanten als het Stinkend nieskruid, de Stekelvaren, de Gele bosanemoon en deSterhyacint tegen. Langs het pad bij de knotwilgen is de Stinsenzoom, waar minder bomen groeien. Opvallend dat het net na het Stinsenbos vol staat met Holwortel.

Hier staan veel Narcissen aan het eind van de bloei. Tussen het groen van de smalle lancetvormige bladeren van de Bostulp, die nog moet gaan bloeien, vinden we de Stengelloze sleutelbloem. Verder het rijkbloeiend Longkruid met de oranjerode jonge- en de blauwpaarse oudere bloemen en voor de brug het bloeiende Amandelwolfsmelk.

Dit deel van de heemtuin zorgt het hele jaar voor verrassingen door de plantenrijkdom met de afwisselende bloei. Wat de sfeer betreft is die in het Stinsenbos heel anders dan in het Bronbos aan de oostkant van de heemtuin.

                        KRAK

De Narcissen zijn inmiddels aan het eind van hun bloei. | Foto: J.P. Kranenburg
Afbeelding