Afbeelding
Foto:

Schnitzelpaniek

Algemeen

Jumper en Action, gaan deze winkels sluiten of niet? Daar kunnen wij over beppen. Bijna 90 procent van de Leiderdorpers willen ze openhouden. Is de gemeente in de fout? Zo ja, welke gevolgen hebben de ten onrechte verleende vergunningen? 

‘Blauwe maandag’, dat is ook zo iets. Aanstaande maandag is gebombardeerd tot de somberste dag van het jaar. Waarom? Omdat het jaar nu pas echt begint, in december er te veel geld is uitgegeven en het nu de vraag is of alle rekeningen van januari nog betaald kunnen worden. Moeten we ook maar niet aan denken. 

Veel aardiger is het te kijken naar de nieuwe woorden die in 2021 onze taal verrijkten. Daar gaan we. U gaat op skivakantie in Oostenrijk. Omdat u geen 2G-pasje heeft, het bewijs dat u gevaccineerd en genezen bent, komt u geen restaurant in. Paniek, nergens kunt u een schnitzel eten, schnitzelpaniek. Pssst-terreur, op straat sissen naar vrouwen, je reinste straatintimidatie. Omhoog falen betekent het verwachte succes is mislukt. Grasfalt is mooi gevonden, dat is groen asfalt. Mijn buurvrouw heeft prikspijt, zij werd ziek van de boosterinjectie. Woonprotest betekent opstand tegen mensen die in een voor hen te groot huis blijven wonen. Wanneer iemand strooit met niet op feiten gebaseerde inzichten, laat hij/zij een wappiegeluid horen. Een voetballer die bij een vrije schop in de weg gaat liggen is een muurligger. Wie weet gaan scheidsrechters een witte kaart geven, als beloning voor sportief gedrag. Ik verlang zo naar een gezellig feest, dat heet knaldrang. Koop geen anticoronaplant als bescherming tegen het virus, zo’n plant bestaat niet. Wanneer ik niet durf te zeggen zo alleen te zijn heet dat alleenschaamte. We leven in een aandacht-voor elkaar-periode, dat betekent dat wij elkaar helpen in deze coronatijd.

Wat brengt 2022 aan nieuwe woorden? Sorry, ik heb geen glazen bol. 

Uit de krant