Roeland van Velzen blijft ook na zijn pensioen actief  'maar de werkdruk is wel van de ketel'.
Roeland van Velzen blijft ook na zijn pensioen actief 'maar de werkdruk is wel van de ketel'.

‘Een huisarts moet zijn patiënten kennen’

Human Interest

Diagnosticus, adviseur en gids. Deze facetten vormen tezamen de functie van huisarts, zegt Roeland van Velzen. Een functie die hij veertig jaar lang in Leiderdorp heeft uitgeoefend. Een periode waarin de huisartsenzorg veranderde. Als huisarts maar ook op bestuurlijk niveau speelde hij hierop in. Afgelopen zomer droeg dokter Van Velzen zijn praktijk over aan Marijn van Kempen. Toch heeft Van Velzen de zorg nog niet vaarwel gezegd. Hij draait diensten bij zorglocatie Nieuw Buitenzorg en de huisartsenpost. Ook is hij bestuurder bij Hospice De Mare.

Tekst en foto Nelleke Thissen

Zijn officiële afscheid, begin september, kreeg door de coronabeperkingen een bijzonder karakter. Er was geen drukke receptie om zo’n vijfhonderd mensen de handen te schudden. Maar zittend aan aparte tafels kwam tijdens een bijeenkomst het toen toegestane aantal bezoekers hem bedanken. Van Velzen ging op toerbeurt langs alle tafels. “Het werd ondanks corona een warm afscheid. Ik kon nu wat langer met de mensen praten”, blikt hij tevreden terug. Roeland van Velzen heeft naast zijn artsenpraktijk ook vele bestuurlijke functies bekleed en daardoor vele relaties. Die konden niet allemaal komen. Hij is her en der nog steeds aan het afscheid nemen.


Ontwikkeling

Zijn loopbaan als huisarts begon in 1980 toen Van Velzen direct na zijn opleiding de aan de Vlaskamp gevestigde praktijk van Marius Hennink overnam. Die had een samenwerkingsverband met dokter Du Ry van Beest Holle. Vijftien jaar later verhuisde Van Velzen zijn praktijk naar de Cor Gordijnsingel. In 2010 werd zijn inmiddels aanzienlijk gegroeide praktijk een onderdeel van het toen opgerichte Medisch Centrum Ommedijk. Van dit ‘Geïntegreerde EerstelijnsZorg samenwerkingsverband (GEZ)’ gingen tevens de huisartsen Nijhoff en Van Haasteren maar ook andere zorgaanbieders deel uitmaken, waaronder een apotheker en fysiotherapeuten. De totstandkoming ervan kwam tegemoet aan de zich steeds veranderende gezondheidszorg. “Om deze ontwikkelingen het hoofd te kunnen blijven bieden is samenwerking op eerstelijnsgebied essentieel. De éénpitter onder de huisartsen is aan het verdwijnen”, verklaart Van Velzen.


Samenwerken

In de eerstelijnsgezondheidszorg – sinds de jaren tachtig in beeld - heeft de huisarts als eerste aanspreekpunt een prominente rol gekregen. Belangrijk aspect ervan is kostenbesparing. Daarnaast is de zorgvraag steeds meer toegenomen door onder andere de vergrijzing en stijging van chronisch zieken. Daarbij komt dat veel huisartsen geen overvolle werkweek met vaak consulten bij nacht en ontij meer willen draaien. Ook is het werken in deeltijd toegenomen. “Dat laatste kan met bepaalde diensten erbij toch nog oplopen tot ruim 40 uur per week”, weet Van Velzen. Kortom, samenwerking in een praktijk is onontbeerlijk geworden. Belangrijk wel is een goede overdracht. “Zorg ervoor dat eveneens de andere arts in de praktijk de achtergrond van jouw patiënten kent. Dat is nodig om ook bij jouw afwezigheid de klachten te kunnen duiden, maar tevens voor het welbevinden van de patiënten. Dat de huisarts hen kent is voor mij essentieel, een kroonjuweel van de huisartsgeneeskunde”, betoogt Van Velzen. Dit is, zo stelt hij, overeenkomstig het beleid van de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV). Goed voor de patiënt en voor de huisarts om overbelasting te voorkomen.


Voorzitter LHV

Roeland van Velzen is nauw betrokken geweest bij de LHV. Van 1994 tot 2002 zat hij in het bestuur, waarvan de laatste tweeënhalf jaar als voorzitter. In die periode heeft hij zich ingezet voor de realisering van de functie van praktijkondersteuner huisarts (POH) om tegemoet te komen aan de toenemende zorgvraag. “Vóór de komst van de POH werd onder meer de zorg aan diabeten grotendeels verleend door de specialist. Nu gebeurt dat veelal door het huisartsenteam”, verklaart Van Velzen. Onder zijn voorzitterschap werd een overeenkomst gesloten met het ministerie van Volksgezondheid (VWS) waardoor de POH betaald en een deel van het huisartsenteam kon worden. Een meerderheid van de LHV-leden zei toen ja tegen de overeenkomst. Wel werd daarin de oorspronkelijke verplichting geschrapt dat alleen een verpleegkundige een POH kon worden.


Palmares

Terugkijkend is Van Velzen er best trots op dat de introductie van de praktijkondersteuner huisarts tijdens zijn bestuurslidmaatschap is gelukt. Als zorgverlener aan onder andere chronisch zieken en ouderen met diabetes, astma, long-, hart- en vaatziekten is de POH een inmiddels ingeburgerd begrip. De functie wordt veelal uitgeoefend door doktersassistenten die extra cursussen hebben gevolgd. In zijn eigen praktijk heeft Roeland van Velzen als POH altijd verpleegkundigen - vooral voor patiënten met chronische ziektebeelden - gehad naast de doktersassistenten die, zo betoogt hij, eveneens een onmisbare schakel vormen in zijn team. Met een zo samengesteld team en een samenwerkende collega-huisarts heeft Van Velzen de drie aspecten van de huisartsfunctie ook in deze tijd kunnen invullen. Als steller van een medische diagnose, als adviseur wanneer bijvoorbeeld een patiënt na een ziekenhuisopname thuis herstelt en als gids die de patiënt wegwijs maakt in het labyrint van de zorgwereld. “Je kunt echt niet alles zelf. Samenwerking en ondersteuning zijn noodzaak”, aldus van Velzen.


Nog actief

Deze zienswijze wordt gedeeld door zijn opvolger, weet Van Velzen. Dokter van Kempen heeft een jaar meegelopen in zijn praktijk. En zelf laat Van Velzen de patiëntenzorg voorlopig nog niet los. Hij draait geregeld mee in de spoedhulpdiensten van de huisartsenpost omdat hij het leuk vindt als regiearts te functioneren in een kring van assistenten, triagisten en artsen. Daarnaast wordt hij ingeroosterd in de huisartsdiensten van Nieuw Buitenzorg, het zorgcentrum van Philadelphia voor meervoudig gehandicapte mensen aan de Wilddreef. Verder is de nu waarnemend arts voorzitter van het stichtingsbestuur van Hospice de Mare. Dit bevindt zich nu nog in Oegstgeest maar verhuist binnen enkele jaren naar Leiderdorp. “We zijn al ver met onze plannen en hopen midden 2022 de deur te openen”. Voor de realisatie is veel geld nodig waarvoor binnenkort de nodige acties op touw worden gezet”, aldus de voorzitter.


Steun

Na zijn pensionering, zo blijkt, wilde Roeland van Velzen ‘niet ineens zitten niksen. “Dat is niet goed voor je, maar de werkdruk is wel van de ketel”. Hij kan nu zonder te worden weggeroepen met zijn echtgenote van zijn vrije tijd genieten. Dat was tijdens zijn drukke huisartsenbestaan dikwijls niet het geval. Van Velzen is reuze dankbaar voor de support die hij van zijn thuisfront heeft gekregen. “Daardoor heb ik mij volledig voor mijn beroep kunnen inzetten”, zegt dokter Van Velzen dankbaar.

Uit de krant