Op dit glasnegatief uit het eind van de 19e eeuw van een onbekende maker met de titel ‘Gezicht op het tolhuis te Leiderdorp’ is het eerste tolhuis te zien.
Op dit glasnegatief uit het eind van de 19e eeuw van een onbekende maker met de titel ‘Gezicht op het tolhuis te Leiderdorp’ is het eerste tolhuis te zien. Foto: Erfgoed Leiden e.o.

Het tolhuis aan de Hoogmadeseweg

Cultuur Historie Vlakbij Huis

Tot zo’n 80 jaar geleden werd er in Leiderdorp nog tol geheven. Een eeuwenoud gebruik dat in de 19e eeuw vooral diende voor het onderhoud of de aanleg van wegen en bruggen of mogelijk te maken. De tolheffing was landelijke regels gebonden en zo waren er uniforme tarieven. Aan het begin van de jaren ‘30 kostte het je als voetganger 2 cent (en ‘s nachts 4) om de tol te passeren, was je met de fiets dan betaalde je 2 cent extra, voor een paard of motorfiets 5 cent en voor een auto of rijtuig met twee paarden 15 cent. De tol voor het passeren van de Leiderdorpse brug was al in 1542 ingesteld en eindigde op 1 januari 1943 op initiatief van het gemeentebestuur. Voor de scheepvaart bleef de tol nog wel bestaan. Twaalf jaar daarvoor waren het tolhek aan het begin van de Zijldijk bij de Spanjaardsbrug en die aan de Hoogmadeseweg al opgeheven.


Grindweg

De tol aan de Hoogmadeseweg was ingesteld na de aanleg van de grindweg tussen Leiderdorp en Hoogmade in 1862. Het initiatief voor de aanleg kwam van de rentmeester van de erven van Cornelis Spongh, notaris mr. J.L. Klaverwijden uit Leiden. Cornelis Spongh was in de 17e eeuw een van de rijkste inwoners van de Republiek en had in 1692 de Hoge Heerlijkheid Hoogmade gekocht, waardoor hij zich Heer van Hoogmade mocht noemen. Spongh, die ook bekend is als stichter van het Heilige Geesthofje aan het Rapenburg te Leiden, bepaalde in zijn testament dat zijn kapitaal grotendeels aan goede doelen zou moeten worden besteed en beslissen de toen aangestelde erfgenamen wat er met de eigendommen en gelden van Spongh moet gebeuren. Stichting de Erven Cornelis Spongh bestaat nog steeds en bezit ook nog diverse gronden in Hoogmade.


Molenaar

De kosten van 24.394 gulden voor de op 3 juli 1862 geopende grindweg werden betaald uit de nagelaten gelden van Spongh, maar ook weer terugverdiend door het innen van tol. In september 1862 verkregen de Erven van Spongh van de provincie Zuid-Holland een concessie van vijftien jaar voor het heffen van tol. De eerste door de erven aangestelde tolgaarder was de Leiderdorpse molenaar Frans van den Berg, die van 1862 tot 1872 het tolgeld inde vanuit een speciaal daarvoor gebouwd tolhuis. Het pand kwam te staan bij de brug over de Dwarswetering, naast de uit 1834 stammende Munnikkenmolen, waar Van den Berg zijn werk als molenaar verrichtte.


Ontslagen

Nadat Frans van den Berg in 1872 als tolgaarder was opgevolgd door Jacob Zwetsloot bleef hij actief als molenaar tot in 1890 toen hij werd ontslagen vanwege zijn vermeende nalatigheid bij de brand van 10 april van dat jaar, die de Munnikkenmolen in de as legde. Of het tolhuis bij de brand ook zodanig werd beschadigd dat het moest worden herbouwd, is niet bekend.

 

Nieuw tolhuis

De laatste tolgaarder Jacobus (Koos) van der Meer werd op 1 april 1901 aangesteld en inde tot 31 december 1930 samen met zijn vrouw de verschuldigde bedragen. Het gezin Van der Meer woonde en werkte in een nieuw gebouwd tolhuis. Dat stond niet meer bij de Dwarswetering maar was een paar honderd meter naar het westen verplaatst, naar de plek waar nu het tankstation van Esso aan de Persant Snoepweg ligt, tegenover het Alrijne Ziekenhuis.

In 1930 nam de provincie Zuid-Holland de grintweg over van de Erven Spongh en kwam er een einde aan de tolheffing. Op woensdag 31 december 1930 las de toenmalige rentmeester van de heerlijkheid Hoogmade, mr. Sormani, de oorkonde van opheffing voor in het bijzijn van vele bestuurders en inwoners van Hoogmade, Woubrugge en Leiderdorp. Hierna openden Koos van der Meer en zijn vrouw voor de laatste keer de slagboom. 

Het echtpaar Van der Meer bleef tot de sloop van het tolhuis in de zomer van 1964 in het huis wonen. 

Tekst: Peter Diebels, foto’s: Erfgoed Leiden e.o. (zie www.leiderdorpsweekblad.nl voor meer foto’s) 

De rubriek ‘Historie Vlakbij Huis’ wordt verzorgd door medewerkers van het Leiderdorps Museum en verschijnt eens per maand. Het Leiderdorps Museum is gevestigd aan de Vronkenlaan 46. De openingstijden zijn op woensdag, zaterdag en zondag van 14.00 tot 16.00 uur. De toegang is gratis.

Het tolhuis waar het echtpaar van der Meer woonde. Het tolhek is op deze foto uit 1936 al verdwenen.
Het echtpaar Van der Meer opent voor de laatste keer de slagboom.
De officiële opheffing van het tolhek tussen Leiderdorp en Hoogmade. Op de foto staan behalve de heer en mevrouw Van der Meer, de burgemeester van Woubrugge J.E. Boddens Hosang, en wethouder C.W. Lieverse, rentmeester Sormani met echtgenote, burgemeester Klaas Brug van Leiderdorp, de wethouders M.P. Splinter en G.A. de Bruyne en gemeentesecretaris B.G. Corts.
Het echtpaar Van der Meer krijgt een krans omgehangen ter gelegenheid van het opheffen van 'hun' tol.
31 december 1930. Een feestelijke ceremonie ter gelegenheid van het opheffen van de tol op de weg tussen Leiderdorp en Hoogmade.
Luchtfoto van Leiderdorp uit augustus 1945 met een geel kruisje als aanduiding van het tolhek.

Uit de krant