Blauwborst.
Blauwborst. Foto: Adri de Groot (vogeldagboek.nl

In het riet zie je me … ?

Column Leiderdorp Natuurlijk

ZES ACTIEVE GIDSEN VAN NATUURORGANISATIE IVN VOLGEN HET PLANTEN- EN DIERENLEVEN IN LEIDERDORP. OM DE WEEK SCHRIJVEN ZIJ IN DEZE RUBRIEK OVER HUN BEVINDINGEN.

In de Munnikenpolder zijn het nu vooral de ganzen, grutto’s, scholeksters, kieviten en diverse soorten eenden die meteen de aandacht trekken. Aangepast aan gras, plas en dras, hebben ze dit natuurgebiedje al snel ontdekt.

Een belangrijk onderdeel van een moerasachtig landschap vormen de rietkragen. En de natuur zou de natuur niet zijn als ze niet ook voor dit biotoop (letterlijk: ‘plek om te leven’) enkele gespecialiseerde bewoners had bedacht. In maart zoeken de eersten hun stek weer op.


Rietgors

Ondanks zijn bescheiden kleuren is de rietgors vrij eenvoudig te spotten, zelfs met het blote oog. Daar zit hij al! Vanuit de top van een rietstengel of struik zingt een mannetje zijn eenvoudige, traag voorgedragen liedje, dat uit slechts enkele tonen bestaat. Vaak hóór je de zang eerder dan je de zanger zíet. Als je hem in beeld hebt, zie je een huismusachtig bruin vogeltje met een zwart kopje en witte halskraag. Bij het vrouwtje ontbreekt het zwarte kopje. Zij mag niet opvallen bij het bouwen van het nest dat, gelegen op een pol gras of biezen tussen het riet, gemaakt wordt van rietstengels of gras en blaadjes. Ze eten zaden, vooral die van riet.


Blauwborst

Nog een vroege gast onder de zangvogels in de Munnikkenpolder is de blauwborst. Deze zanger is, ondanks zijn exotisch gekleurde verenpak, moeilijker te spotten dan de rietgors. Dat komt door zijn verborgen leven laag in de rietvegetatie of naburig struikgewas, waar hij zich voedt met insecten, larven, wormen en slakjes en soms bessen en zaden. In de balts- en broedtijd (april) is dat echter anders! Het mannetje laat zich dan enthousiast hóren vanuit een struik of het riet. Met wat geduld kunnen we meekijken terwijl hij probeert een vrouwtje te versieren. Dat gaat gepaard met veel prachtig gekleurd verenvertoon. Luid zingend – hij begint met enkele versnellende tonen en dan volgt een melodieus en gevarieerd liedje – stijgt hij op uit struik of riet voor zijn baltsvlucht, die hij weer beëindigt door elders met gespreide vleugels en staart te landen. Hij hoopt zo zijn uitverkorene te imponeren en de mooie oranje-bruine kleur van zijn opengevouwen staart, eindigend in een brede zwarte band, zal daar zeker bij helpen! Als het klikt, bouwt het vrouwtje – dat de blauwe kin en de uitgesproken kleuren van het mannetje mist – op de grond van rietstengels of gras met blaadjes het goed verstopte nestje.

Na deze ‘kwartiermakers’ landen in de loop van april de overige riet-gebonden zangvogels weer in de polder. Dan knerpen, kraken en krassen hier ook weer rietzanger, kleine karekiet en bosrietzanger. Ga ook dan eens luisteren. Zouden ze, als camouflage, het ritselend geluid van het riet imiteren…? Maar nee, onderzocht en geconcludeerd is dat dit soort klanken het verst dragen over de rietvelden.

Tekst: Tineke Sommeling

Rietgors.

Uit de krant