Foto:

Starters-woningen

wo 15 dec 2021, 9:00 Column

“Mag ik u een kopje koffie aanbieden?”, vroeg de man die tegelijk met mij Holle Bolle Gijs binnenkwam. Daar kon ik geen nee opzeggen. “Hoe drinkt u de koffie?” Zo zwart als mijn ziel graag. “Nee, nee,” reageerde hij, “het is niet: zo zwart als mijn ziel, maar: zo zwart als de toekomst.” Ad rem, daar houd ik wel van. Alleen, een zwarte toekomst stond mij niet aan.

Net als ik had hij de krant bij zich. Ik begin mijn dag graag met koffie en krant. De gulle gever kennelijk ook. Toch sloeg hij de krant niet open, stelde zich niet voor, ging zitten, roerde in zijn koffie, haalde het koekje uit zijn jasje en zei: “Heeft u die borden in het dorp zien staan?” Ja, antwoordde ik, ik vind die borden vreselijk, ze ontsieren het straatbeeld, je reinste horizonvervuiling. Hij gaf ze ook geen schoonheidsprijs, maar ging hij verder: “Heeft u gelezen wat er op die borden van een politieke partij staat?” Nog niet. “Daar staat ‘meer starterswoningen’ en het logo van die partij.” Hij vond het fantastisch dat een politieke partij in Leiderdorp meer woningen wil bouwen. De andere partijen waarschijnlijk niet, maar zij wel. Hahaha.

Hij ging door: “Van een andere partij las ik dat hun wethouder na de gemeenteraadsverkiezingen van maart in die functie wil terugkomen. De lijsttrekker vond dat een goed idee, want ‘hij had veel tot stand gebracht’. Wat hij voor elkaar had gekregen, stond er niet bij.”

De man was duidelijk geïnteresseerd in de politiek, niet te stoppen: “Er zit een politieke partij in de gemeenteraad die hier een wethouder van ver liet benoemen, twee dagen daarna uit de coalitie stapte, waardoor die wethouder, die al haar schepen achter zich had verbrand, ook kon opkrassen. Wat was dat mens woedend.”

Bij verkiezingen schreeuwen de politieke partijen van de daken wat ze gaan doen. ‘Meer woningen’ - ‘Samen zijn we Leiderdorp’ – ‘Wij staan dicht bij de burgers’. De koffie had hij opgedronken, hij stond op – wat was hij opeens groot! – keek op mij neer en zei: “Ze kunnen niet eens een parkeerplek regelen voor iemand die dat hard nodig heeft.”