De wat luguber ogende dodemansvingers.
De wat luguber ogende dodemansvingers. Foto: Ada van der Aar

Zwamverhaal

Column Leiderdorp Natuurlijk

ZES ACTIEVE GIDSEN VAN NATUURORGANISATIE IVN VOLGEN HET PLANTEN- EN DIERENLEVEN IN LEIDERDORP. OM DE WEEK SCHRIJVEN ZIJ IN DEZE RUBRIEK OVER HUN BEVINDINGEN.

In de herfst, als het natter en kouder wordt maar de grond nog warm is, is het voor veel zwammen tijd om zich voort te planten. Een paddenstoel is eigenlijk de vrucht van een zwamvlok. De zwamvlok is een netwerk van draden van een schimmel die onder de grond of onder de boomschors zit. Deze draden zorgen voor de vertering van organisch materiaal zoals bladeren en hout. Daarbij komen dan weer mineralen en grondstoffen vrij die de bodem verrijken. Het zijn eigenlijk de vuilnismannen van de natuur. Laat maar eens een boterham een poos liggen. Daar groeien dan ook mooie draden (zwamvlokken) op.

Bij een paddenstoel denken we meestal aan een steeltje met een hoedje, modelletje paraplu. Maar wist je dat er nog heel veel andere vormen bestaan? Een bol, spons, ster, koraal, waaiertje, gewei, penis of zelfs een inktvis zijn vermommingen van een paddenstoel. En al die vormen hebben maar één doel; het verspreiden van zoveel mogelijk sporen.


Sporen verspreiden

Sporen zijn de minuscule ‘zaadjes’ van de paddenstoel. Die sporen moeten worden verspreid en daar hebben ze allerlei trucjes voor. Er zijn zwammen die ontploffen en zo de sporen wegslingeren. Ook zijn er waar bij een kleine aanraking of regendruppel de sporen uit een gaatje spuiten. De stinkzwam gooit het over een heel andere boeg. Hij heeft een kop van stinkend groen slijm wat een grote aantrekkingskracht heeft op insecten. Deze eten het slijm en daarmee ook de sporen die zo verspreid worden, maar de meeste paddenstoelen profiteren van de wind. Er is slechts een klein zuchtje wind nodig om de kleine lichte sporen mee te voeren naar een geschikt plekje waar ze kunnen ontkiemen. Er zweven miljoenen sporen in de lucht.

De vaak bruine paddenstoelen vallen meestal niet op tussen de bruine blaadjes, maar de rood-met-witte-stippen vliegenzwam, de paarse amethistzwam, de oranje bekerzwam die op sinaasappelschillen lijkt of de rode braakrussula (deze kun je beter niet eten!) doen een wedstrijdje opvallen met prachtige kleuren. Sommige hebben ook een typische geur. De penetrante aasgeur van de stinkzwam ruik je al van verre, maar ook geuren van anijs, nootachtig en kruidig/zoet komen voor.


Passende namen

Ze hebben ook prachtige namen gekregen, vaak gerelateerd aan hun uiterlijk. De doorschijnend glanzend witte porseleinzwam lijkt inderdaad op dun porselein. Aardappelbovist, biefstukzwam en eekhoorntjesbrood klinken om op te eten (doe maar niet). Door hun plotselinge verschijning hebben paddenstoelen ook iets magisch. Uit een duivelsei verschijnt een stinkzwam, het judasoor voelt aan als een echt oor, er zijn kleine bankjes voor elfjes en waar de heksen ’s nachts hebben gedanst verschijnt een heksenkring. Maar het allerspannendste zijn toch wel de dodemansvingers die als een schreeuw om hulp uit de grond omhoog wijzen…. Het is tenslotte bijna Halloween!


Tekst: Ada van der Aar

Afbeelding
Vliegenzwam.
Witte kluifzwam.

Uit de krant