Citroenvlinder

In deze rubriek belicht heemtuinbeheerder Jasper Klapwijk steeds een ander pareltje van de Leiderdorpse heemtuin.

De citroenvlinder is één van de eerste vlinders die in het vroege voorjaar tevoorschijn komen. De vlinders hebben als imago (volwassen vlinder) overwinterd en paren in het vroege voorjaar. Het vrouwtje gaat vervolgens op zoek naar een geschikte struik om de eitjes op af te zetten.

Voor het afzetten van eitjes zijn de vlinders kieskeurig, dit doen ze alleen op twee soorten struiken: wegedoorn en sporkehout. Deze struiken zijn dus een onmisbare schakel in de levenscyclus van de citroenvlinder, zonder deze struik kunnen citroenvlinders zich niet voortplanten.

In het voorjaar kun je in de heemtuin goed zien hoe de vlinders hun eitjes afzetten. De vlinders vliegen zoekend van struik naar struik, gaan even zitten, en zetten steeds één eitje af. De minuscule eitjes worden aan de onderkant van een jong blaadje ‘geplakt’ waarna de vlinder naar een volgende struik vliegt. De eitjes worden zoveel mogelijk verspreid, zo zijn de overlevingskansen van de eitjes en rupsen het grootst. Nadat een eitje uitkomt, begint de rups de blaadjes van de struik te eten. Na verloop van tijd verpoppen de rupsen en verschijnt er begin juli een nieuwe generatie citroenvlinders.

De relatie tussen deze struiken en de citroenvlinder is een mooi voorbeeld van een relatie tussen planten en dieren, en laat tegelijk ook goed het belang van inheemse planten zien. Naast dit voorbeeld zijn er namelijk nog talloze voorbeelden van inheemse planten die een onmisbare schakel vormen in de levenscyclus van dieren.