Paardenbloemen brengen leven en kleur in de straat en zijn populair bij bijen, hommels en vlinders.
Paardenbloemen brengen leven en kleur in de straat en zijn populair bij bijen, hommels en vlinders. Foto: Tineke Sommeling

Straatmadelieven

Column Leiderdorp Natuurlijk

ZES ACTIEVE GIDSEN VAN NATUURORGANISATIE IVN VOLGEN HET PLANTEN- EN DIERENLEVEN IN LEIDERDORP. OM DE WEEK SCHRIJVEN ZIJ IN DEZE RUBRIEK OVER HUN BEVINDINGEN.

Het rondwarende coronavirus houdt ons mensen dichtbij huis. Stad en straten lijken opeens van de vogels te zijn.

Nu veel menselijk achtergrondlawaai is gedempt, vult vogelgezang de leemte. Een goede gelegenheid om eens te letten op de verscheidenheid aan liedjes! Én om, onder het genot daarvan, de natuur vlakbij huis eens wat beter te bekijken!

Zoek ze op plekjes waar men niet al te netjes is, waar ze buiten de lijntjes mogen kleuren. Zoek ze dan in de naden tussen stoeptegels en in de goot tussen stoep en rijbaan, geijkte plekken voor verschoppelingen. Hier zijn ze heen verbannen, omdat vele tuiniers die van orde en netheid houden dit ‘onkruid’ niet graag in hun tuin zien en ze op deze bescheiden plekjes soms kans zien aan de aandacht te ontsnappen. De Leidse Hortus doopte ze ‘stoepplantjes’, maar ik noem ze ‘straatmadelieven’. Net als deze dames leiden ze, aan de zelfkant van de samenleving, een leven van verleiding. Ze lonken naar elk langsvliegend insect, in de hoop dat een bijtje of hommel wat nectar komt snoepen en als wederdienst zorgt voor de bestuiving van hun bloemen.

U moet ze maar eens ‘googelen’: ze heten vogelmuur of paarse dovenetel, robertskruid of stinkende gouwe. Vlak voor mijn tuin, tussen de guldenroede die ook ooit is komen aanwaaien, is al het blad zichtbaar van het bijenkorfje en ontwaakt het sint-janskruid weer uit winterslaap. Gele dovenetel en hondsdraf slingeren zich ertussen door. Een weegbree heeft zich daar vlak naast genesteld en heeft op zijn beurt de rozet van een teunisbloem als buur. Ook de mossen ontbreken niet. Vogels nemen die graag mee als nestmateriaal. Een oase van biodiversiteit die er vanzelf is gekomen, op anderhalve meter verstening met de breedte van een stoeptegel. Enge ziektes kunnen ze aan – omdat ze allemaal van een andere soort zijn, kunnen er geen epidemieën uitbreken waarbij ze allemaal tegelijk het loodje leggen. Gezellig vlak naast elkaar, hebben ze zo plek zat. Meer ruimte mogen ze ook niet innemen, om te voorkomen dat voorbijgangers over ze struikelen.

Het opvallendst lonkt natuurlijk de paardenbloem. Deze week zag ik alweer de eerste in bloei. Die had ook meteen bezoek van de eerste bij. Transactie geslaagd! Paardenbloemen worden bezocht door wel zevenentwintig soorten solitaire bijen, afgezien van allerlei hommels, honingbijen en vlinders. Die zorgen met zijn allen voor de vele zaadjes. Een paardenbloem bestaat eigenlijk uit een heleboel kleine bloemetjes en elk bloemetje maakt, na bestuiving, zijn eigen zaadje. Voorzien van een parachuutje en geholpen door wind of kinderen die ze, al blazend, graag om een boodschap sturen, trekken die de wijde wereld in, zonder veel eisen te stellen op zoek naar een nieuw groeizaam plekje!

Tekst en foto: Tineke Sommeling

Uit de krant