Klimop biedt een schuilplaats aan vogels en insecten, en zorgt bovendien voor extra muurisolatie.
Klimop biedt een schuilplaats aan vogels en insecten, en zorgt bovendien voor extra muurisolatie. Foto: Picasa

Klimop klimt, kruipt én bloeit

Column

ZES ACTIEVE GIDSEN VAN NATUURORGANISATIE IVN VOLGEN HET PLANTEN- EN DIERENLEVEN IN LEIDERDORP. OM DE WEEK SCHRIJVEN ZIJ IN DEZE RUBRIEK OVER HUN BEVINDINGEN.

Na de hete, droge zomer hebben de nazomerse buien ervoor gezorgd dat sommige struiken zich nu lijken te haasten de verdroging van hun zomerbloemen te compenseren met een tweede, late bloei.

Zo pronkte en geurde mijn liguster onlangs opeens met zijn roomwitte bloemtrosjes, mij een verwarrend voorjaarsgevoel bezorgend. De gele kornoelje doet alsof de zomer nog moet beginnen en enkele vlinderstruiken in het gemeentegroen staan er augustus-paars gekleurd op. Tot zover het afwijkende beeld van dit seizoen.

De klimop gaat immers als elk jaar gewoon zijn eigen gang en vertoont nu, in de herfst, zijn onopvallende, geelgroene bloemknoppen, bloemen en beginnende bessen, bolvormig in trosjes aan de bloeitakken. Op de nectarrijke bloemen komt een heel scala aan insecten en vlinders af, om nog even snel te bunkeren voor de winter invalt. Normaliter zijn de meeste andere bloemplanten nu immers uitgebloeid. De bessen – giftig voor mensen – zullen aan het eind van de winter dofzwart en rijp zijn. Een welkom appeltje voor de dorst voor onder andere spreeuwen, merels en houtduiven, wanneer de bessen van vroeger bloeiend kreupelhout op zijn en de nieuwe oogst aan insecten nog niet geboren is, of nog verborgen in winterslaap.

Let ook eens op de bladeren van deze altijd groen blijvende en in Europa inheemse heester, die overigens meer dan tien meter hoog kan worden. De bladeren aan de groei- of klimmende takken zien eruit zoals iedereen ze kent: handvormig en drie- tot vijflobbig, met duidelijke punten. De bladeren aan de bloeitakken hebben een duidelijk andere vorm, meer eirond.

De klimop groeit of – in strijd met zijn naam – kruipt graag op vochtige, voedselrijke grond in loofbossen, maar natuurlijk ook langs muren. Het is een fabeltje dat de klimop bomen die hij omarmt zou 'wurgen'. En de wortels waarmee hij voedsel zou onttrekken aan zijn gastheer zijn slechts luchtwortels waarmee hij zich (liefdevol…?) vasthecht aan 'zijn' boom. Zomereiken lijken zelfs beter te groeien als ze een klimop als minnaar hebben. Misschien wel door de extra bemesting waarmee in de klimop schuilende en broedende vogels – winterkoning, heggemus en merel bijvoorbeeld – de boom verwennen… Overigens kan een oude muur met poreuze voegen door deze eenzijdige liefdesbetuiging wel degelijk beschadigd raken, maar moderne gebouwen hebben over het algemeen geen last van de steun zoekende klimopwortels. Integendeel, klimop tegen de muur – niet tegen houtwerk of dakgoot! – zorgt voor extra isolatie! Dat hebben ook sommige dagvlinders begrepen: de citroenvlinder, atalanta en gehakkelde aurelia bijvoorbeeld overwinteren graag in relatief warm klimopstruweel.

Gewoon laten klimmen dus, die klimop!

Tekst en foto: Tineke Sommeling

Uit de krant