Gewone wolzwever: een als hommel vermomde zweefvlieg.
Gewone wolzwever: een als hommel vermomde zweefvlieg. Foto: Tineke Sommeling

Een vlieg in een hommeljasje

Algemeen Leiderdorp Natuurlijk

ZES ACTIEVE GIDSEN VAN NATUURORGANISATIE IVN VOLGEN HET PLANTEN- EN DIERENLEVEN IN LEIDERDORP. OM DE WEEK SCHRIJVEN ZIJ IN DEZE RUBRIEK OVER HUN BEVINDINGEN.

Gezoem rond mijn hoofd. De zoemtoon is lichter dan die van de vele hommels in de tuin en beweegt zich in de richting van de rozemarijn.

Als een kolibrie in razende vaart met de vleugeltjes wapperend, hang-zweeft een hommelachtig wezentje, ongeveer een centimeter groot, in de lucht. Vlak voor de bloemetjes van de rozemarijn, zuigt het met een heel dun soort slurfje nectar daaruit op. Later in rust op een blad steekt de zuigsnuit (want dat is het) vrijwel recht naar voren.

Na enig speurwerk blijkt dit vermeende hommeltje helemaal geen hommel, maar familie van de zweefvliegen te zijn. Naast het anders gevormde kopje, met facetogen zoals alle vliegen die hebben, en de lange zuigsnuit - die niet wordt opgerold, iets wat vlinders en kolibries wel doen - wijst ook het aantal vleugels hierop: hommels zijn viervleugelig, (zweef)vliegen hebben er twee. Zweefvliegen hebben een vliegmechanisme dat een hoogfrequente vleugelslag toestaat: wel 200 tot 300 slagen per seconde. Dit stelt hen in staat zo stabiel in de lucht te hangen, maar het kost wel veel energie. Die vullen ze aan met de nectar uit bloeiende planten. De brede, donkere lengte-band op de vleugels van de zweefvlieg op mijn rozemarijn is kenmerkend voor de gewone wolzwever (Bombylius major). Maar is hij wel zo ‘gewoon’? 

In één opzicht wel: met name in de zuidelijke helft van Nederland komt hij algemeen voor. Maar verder blijkt deze bee fly , zoals hij in het Engels wordt genoemd, er toch nogal ongewone gewoontes op na te houden. Zo heeft hij mij op het verkeerde been gezet met zijn hommeljasje. Om er, als mogelijke prooi, gevaarlijker uit te zien dan hij is (hij kan niet steken), heeft deze zweefvlieg zich met zijn wollige beharing als hommel vermomd. Zo hoopt hij te ontsnappen aan hongerige insecteneters. Die weten dat hommels een angel hebben en laten dit hapje aan zich voorbij gaan. Ook wij hoeven dus niet bang te zijn gestoken te worden door een wolzwever. Een en al onschuld, dus, deze Bombylius

Nou, niet helemaal. De larven van onze wollige zwever hebben toch wel een duister trekje. Ze parasiteren op de larven van solitair levende zandbijen en andere in de grond levende insecten. Zandbijen graven gangetjes in het zand en leggen daarin hun eitjes. Het vrouwtje van de wolzwever vliegt tot boven de nestopening van een zandbij en schiet háár eitjes naar binnen. Daaruit kruipen later de wolzweverlarven die geduldig in het donker op de loer gaan liggen, wachtend op het uitkomen van de eitjes van de zandbij. En dan hebben ze hun feestmaal. Tja, de een zijn dood …

Ten slotte een citaat van een Engelse website (The Heart of England Forest) dat ik u niet wil onthouden: wat krijg je als je een bij, een kolibrie, een mug, een narwal en een vlieg met elkaar kruist? Antwoord: een bij-vlieg! 


Door: Tineke Sommeling

Uit de krant