V.l.n.r. René de Vries van Stichting MOL, Emiel Broesterhuizen van de LVU en Bob Reidsma van het Leiderdorps Museum pleiten namens het Cultuurplatform voor de instelling van een Cultuurfonds in Leiderdorp.
V.l.n.r. René de Vries van Stichting MOL, Emiel Broesterhuizen van de LVU en Bob Reidsma van het Leiderdorps Museum pleiten namens het Cultuurplatform voor de instelling van een Cultuurfonds in Leiderdorp. Foto: Corrie van der Laan

Cultuurplatform pleit voor Cultuurfonds

Cultuur

Leiderdorp moet een Cultuurfonds gaan vormen. Dat fonds kan in eerste instantie gevuld worden met geld dat de gemeente in 2020 en 2021 van de rijksoverheid heeft gekregen om ook in de coronatijd de lokale aanbieders van cultuur op de been te houden. In totaal is daar bijna 225.000 euro voor uitgekeerd.

Door: Corrie van der Laan

Deze oproep doen voorzitter Emil Broesterhuizen van de Volksuniversiteit Leiderdorp, voorzitter Bob Reidsma van het Leiderdorps Museum en bestuursvoorzitter René de Vries van de Stichting Muziekonderwijs Leiderdorp namens het vorig jaar opgerichte Cultuurplatform Leiderdorp. In een lange brief (zie onder dit artikel) dagen ze de nieuwgekozen gemeenteraadsleden uit om te laten zien dat cultuur voor hen meer is dan bijzaak.


Stelling

Daarbij herinneren ze de politici aan de laatste stelling in de rubriek ‘Op weg naar de verkiezingen’ in het Leiderdorps Weekblad van 9 maart. Die luidde: ‘Cultuur in Leiderdorp verdient veel krachtiger steun, ook financieel’. Alle partijen waren het eens met die stelling en benadrukten hoe belangrijk ze cultuur vinden. “Als zij deze woorden in daden omzetten, zal cultuur van nu af aan wèl krachtig worden gesteund, ook met geld”, stellen de briefschrijvers.

Tot nu toe laat die steun, zeker financieel, nogal te wensen over, vinden ze. Waarbij ze aantekenen dat het gemeentebestuur van de 225.000 euro aan het coronageld voor cultuur dat de rijksoverheid heeft uitgekeerd, maximaal 75.000 euro ter beschikking stelt voor culturele aanbieders die inkomsten gemist hebben of extra kosten hebben moeten maken als gevolg van de coronamaatregelen in 2020 en 2021. De overige bijna 150.000 euro is in de Algemene Reserves gegaan.


Ideeën genoeg

Er zijn ook onder de politieke partijen meer dan genoeg ideeën om de cultuursector in Leiderdorp te versterken, aldus de briefschrijvers. In hun reacties op de eerder genoemde stelling kwamen er een hoop langs: een muziek- en theatertent in park De Houtkamp, beter onderhoud van kunst in de openbare ruimte, een duidelijker aanspreekpunt bij de gemeente en financiële steun voor bijvoorbeeld gebruik van oefen- en uitvoeringsruimtes. Ook de vorig jaar voor twee dagen per week aangestelde cultuurcoach kan een belangrijke rol spelen bij het stimuleren van de cultuursector om met mooie initiatieven te komen.

Het Cultuurfonds zou het mogelijk maken ideeën en initiatieven daadwerkelijk uit te voeren en te ondersteunen. Zoals de briefschrijvers het voor zich zien, zou het geld zou uitgesmeerd kunnen worden over tenminste vijf jaar. Welke plannen in aanmerking komen voor een bijdrage zou beoordeeld moeten worden door een onafhankelijke commissie.



Hieronder de volledige brief van het Cultuurplatform:

 

Cultuur verdient veel krachtiger steun, óók financieel: en nú de daden!

Cultuur: een bijzaak?!

De tekortschietende aandacht voor het belang van de cultuur is eigenlijk gedurende de gehele coronacrisis een punt van discussie en controverse geweest. De culturele sector in brede zin behoort tot de zwaarst getroffen sectoren. Cultuur draagt ertoe bij dat het leven de moeite waard is, maar werd desondanks niet als ‘essentieel’ gezien. Pas later en feitelijk bescheidener stelden rijk en provincie ook voor deze sector extra middelen beschikbaar.

Deze gang van zaken illustreert dat cultuur, als het puntje bij het paaltje komt, een bijzaak is. Tot dusverre gold dat in Leiderdorp zonder meer ook.

De stelling en de reacties

Het Leiderdorps Weekblad publiceerde op woensdag 9 maart de stelling ‘Cultuur in Leiderdorp verdient veel krachtiger steun, ook financieel’. Alle zes partijen die op 16 maart aan de verkiezingen voor de gemeenteraad mee doen, onderschreven de stelling! Als zij deze woorden in daden omzetten, zal cultuur van nu af aan wél krachtig worden gesteund, óók met geld.

De gemeentelijke Cultuurnota

De Cultuurnota van eind januari 2021, met de treffende titel ‘Cultuur doet leven’, wijdt er mooie woorden aan: “Het cultuurbeleid van de gemeente concentreert zich op de verbindende waarde van kunst en cultuur voor de gemeenschap. De inzet is dat zoveel mogelijk mensen de kans krijgen om zich cultureel te ontwikkelen. De inspanningen van de gemeente worden in belangrijke mate bepaald door de ondersteuningsbehoefte van de sector, van maatschappelijke instellingen en de vraag vanuit de inwoners.” En: “De missie van ons cultuurbeleid is gericht op een levendig en cultureel bruisend Leiderdorp. Alle inwoners van onze gemeente krijgen de kans en de gelegenheid te genieten van het culturele leven. Wij zien de waarde van cultuur in de mogelijkheden die het biedt om te verrijken en te verbinden.”
Deze gloedvolle woorden hebben geleid tot aanstelling van de cultuurcoach die met ingang van 1 september j.l. – voorlopig voor een jaar – als zzp-er voor 16 uur per week aan de slag is gegaan. De cultuurcoach kan met € 7500 per jaar (inmiddels overigens verdubbeld) activiteiten faciliteren in samenwerking met culturele en maatschappelijke organisaties.

Let wel: deze (op zich heel goede!) plannen zijn eind januari 2021 vastgesteld. Op dat moment sloeg corona al tien maanden om zich heen, verkeerde de maatschappij in een schijnbaar eindeloze lockdown en hadden óók de culturele organisaties in Leiderdorp grote behoefte aan steun om min of meer heelhuids door de coronacrisis te komen. Steun die de gemeente zou kunnen leveren en die de rijksoverheid de gemeente ook al in 2020 (!) ter beschikking heeft gesteld.

De Leiderdorpse cultuursector: kleine clubs, vooral vrijwilligers

De cultuursector bestaat in Leiderdorp voor verreweg het grootste deel uit kleine organisaties die in zeer hoge mate draaien op vrijwilligers. In normale tijden slagen zij er doorgaans wel in hun eigen broek op te houden. Voor hun inkomsten zijn ze afhankelijk van cursusgelden, zoals voor muzieklessen, taal- of yogacursussen en lezingen, entreegelden voor uitvoeringen, maar ook contributies (zoals bij koren), donaties en – in beperkte mate – subsidies van de gemeente en van private fondsen die af en toe projecten steunen. Én met véél onbetaalde inzet van vrijwilligers, uiteraard.

Corona en de cultuursector in Leiderdorp

Ook in Leiderdorp kwamen de kleine culturele organisaties door de steeds wisselende coronaregimes in een mallemolen terecht. Veel inkomsten vielen weg, omdat uitvoeringen en cursussen afgelast werden. Omdat zij grotendeels op vrijwilligers draaien, kwamen zij niet of nauwelijks in aanmerking voor steun voor het behoud van arbeidsplaatsen.

Daarbij komt dat hier sprake is van een domino-effect. Sommige cultuurorganisaties geven de facto een deel van de problemen door aan andere partijen, zoals docenten, musici, kunstenaars, verhuurders van zalen, enz. enz.

Rijks- en provinciale steun voor de lokale cultuursector

De rijksoverheid heeft in 2020 en 2021 enkele malen via het Gemeentefonds gelden beschikbaar gesteld voor de lokale culturele infrastructuur. Ook de gemeente Leiderdorp ontving zulke gelden. In 2020 ontving de gemeente in twee tranches in totaal € 148.748 ‘met het oog op borging van de lokale en regionale culturele infrastructuur’, aldus de minister van BZK. De minister van OCW stelde via het Gemeentefonds in 2021 extra middelen beschikbaar voor hetzelfde doel. Voor Leiderdorp ging het om € 74.462. Zij ging ‘ervan uit en had er vertrouwen in dat gemeenten deze extra middelen daadwerkelijk voor dit doel zullen inzetten’.

Voorwaarden waren aan deze uitkeringen niet verbonden, ze waren zelfs niet geoormerkt. De gemeente besloot om het bedrag over 2020 toe te voegen aan de Algemene Reserve, zonder al te veel ruchtbaarheid te geven aan het bestaan en het doel van de gelden.

De provincie Zuid-Holland bleef niet achter bij het rijk. In 2020 stelde de provincie aan de gemeenten middelen beschikbaar voor steun aan de cultuursector. Daaraan waren wel enkele voorwaarden gesteld: het moest gaan om ‘vitale’ culturele instellingen; en de gemeente moest direct of indirect uit eigen middelen bijdragen aan de vitale culturele instellingen en aan de instandhouding van een inclusieve en diverse culturele infrastructuur binnen de gemeente.

De gemeente Leiderdorp heeft, naar verluidt, de provincie laten weten niet te beschikken over ‘vitale’ cultuurorganisaties (terwijl de Cultuurnota een andere sfeer lijkt te ademen) en deed daarom geen beroep op deze gelden. Het bedrag voor Leiderdorp had kunnen oplopen tot bijna € 44.000.

Een ‘zuunige’ gemeentelijke regeling

De gemeente heeft een regeling opgesteld ‘voor de in Leiderdorp gevestigde culturele aanbieders, die gederfde publieksinkomsten en noodzakelijke extra kosten hebben gehad als direct gevolg van de coronamaatregelen in 2020 en/of 2021’. Daarvoor is maximaal € 75.000 beschikbaar gesteld, die naar rato wordt verdeeld als de aanvragen oplopen tot een hoger bedrag. De gemeente heeft dus van de ontvangen middelen voor coronasteun aan culturele organisaties bijna € 150.000 voor andere doelen beschikbaar.

De gemeente beschikt over meer dan voldoende middelen

Het is geen vraag meer of de gemeente niet over de middelen beschikt om de culturele sector in Leiderdorp te steunen. Die gelden zijn er volop, zoals al blijkt uit de rijkssteun die is ontvangen en de provinciale steun die is afgewimpeld. De gemeente heeft over de jaren 2019, 2020 en 2021 in totaal € 7 miljoen aan de reserves kunnen toevoegen en bijvoorbeeld over 2021 is een bedrag van € 96.000 niet besteed aan waarvoor dat bestemd was: cultuur.

Ideeën genoeg!

De zes partijen op de bovengenoemde stelling wierpen in hun reactie een flink aantal concrete ideeën op voor de versterking van de cultuursector. Dat gaat om investeringen (een muziek- en theatertent in de Houtkamp; kunst in de openbare ruimte), eenvoudiger procedures (ruimhartiger vergunningenbeleid, een duidelijker aanspreekpunt bij de gemeente), financiële steun (bijvoorbeeld voor gebruik van oefen- en uitvoeringsruimte, kleinschalige initiatieven van amateurs) en stimulering van samenwerking (bijvoorbeeld tussen culturele organisaties en welzijn) met behoud van de cultuurcoach. Eén der partijen wil Leiderdorpse geschiedenis voor basisscholen, weer een andere wijst op noodzakelijk onderhoud, reparatie en renovatie van kunst in de openbare ruimte, en een derde spreekt over een herstelplan.

Uit de reactie van de partijen blijkt ook dat men de continuïteit van culturele organisaties belangrijk vindt. En inderdaad, investeringen renderen het meest op een gezonde basis.

Naar een ‘Cultuurfonds’

De partijen die nu een college gaan vormen, kunnen dus aan de slag met het cultuurbeleid. Wij bepleiten een ruimhartiger opstelling, maar dat gaat niet eens zozeer om een permanente grote subsidiestroom naar de culturele organisaties. Wij stellen daartoe voor om een ‘Cultuurfonds’ te vormen en dat in eerste instantie te vullen met het bedrag dat de landelijke en provinciale overheden beschikbaar gesteld hebben en andere bedragen die niet tot besteding zijn gekomen. Uit dit Cultuurfonds kunnen zinvolle initiatieven uit de culturele sector financieel worden gesteund. Het spreekt voor zich dat het hier zou moeten gaan om medefinanciering aan de hand van strenge criteria betreffende de kwaliteit van de initiatieven. De gemeente kan het beste een onafhankelijke commissie instellen die adviseert over de toewijzing van middelen aan goed uitgewerkte plannen en het spreekt voor zich dat de besteding van de middelen zou worden uitgesmeerd over een aantal (tenminste 5) jaren.
De cultuurcoach kan een initiërende, stimulerende rol vervullen om mooie initiatieven uit te lokken en te bevorderen.

Namens het Cultuurplatform Leiderdorp

Emil Broesterhuizen (LVU)
Bob Reidsma (Leiderdorps Museum)
René de Vries (Stichting MOL)

Maart 2022



Uit de krant