Afbeelding
Foto:

Biertje? Ja/Nee?

Algemeen Beppen bij een bakkie

Het nieuwe jaar is een half uur jong; ik druk mijn sigaret uit in de overvolle asbak. Dit is mijn allerlaatste rokertje geweest, besluit ik. Een paar glaasjes bubbeltjeswater en een cognacje, ook de laatste. Voldaan ga ik naar bed, tevreden over mezelf en de afspraak die ik met mezelf heb gemaakt. (1) Ik stop definitief met roken (2) in januari drink ik geen druppel en – wie weet – daarna ook niet meer. Ik wil geen slaaf van gewoontes zijn.

Begin januari her en der op visite met inachtneming van afstand. Thuis houd ik me ook aan de regels, dus niet meer dan vier personen tegelijk op bezoek. Ik krijg een drankje aangeboden om op 2022 te klinken. Nee, dank je, even niet. Doe niet zo flauw, eentje maar. Nee! Water smaakt eigenlijk ook best lekker. Om niet in de verleiding te komen, beperk ik de drankvoorraad binnen mijn eigen vier muren. Biertje, borreltje voor vrienden. Genoeg. 

De eerste weken houd ik eenvoudig stand, ik ga zelfs elke dag nog een extra straatje-om. Dan bekruipt mij het gevoel iets te missen. Vijf uur. Een biertje bij mijn krantje. Gezellig. Ik mis het, zoek naar een excuus om toch een flesje zonder schuldgevoel te ontkurken. 

Mijn moeder dronk elke dag twee bessenjenevertjes, hief het glas en zei lachend: ‘Gezondheid, een besje voor een besje.’ Ze is heel oud geworden. Mijn vader hield het op jonge borrels en pafte grote sigaren. Pa en ma leefden lang en gelukkig. De buurvrouw van beneden houdt het op citroentjes-met-suiker, elke dag slaat ze er genietend een paar naar binnen. ‘Dat hebben mijn man en ik ons hele huwelijk elke dag gedaan,’ zegt ze. ‘Nu ik alleen ben, zet ik de traditie voort.’ 

Roken doe ik niet meer! Een biertje? Ja/Nee? Ik ben er nog niet uit.

Uit de krant