Huurcommissie geeft HBOL gelijk in conflict met Rijnhart Wonen

De Huurdersbelangenorganisatie Leiderdorp (HBOL) voldoet aan de wettelijke eisen voor een huurdersorganisatie. Dat oordeelt de Huurcommissie, een onpartijdige landelijke organisatie die meningsverschillen tussen huurders en verhuurders voorkomt, helpt oplossen of daarover een officiële uitspraak doet.

Door: Corrie van der Laan

De HBOL had de Huurcommissie ingeschakeld omdat de Leiderdorps-Zoeterwoudse woningcorporatie Rijnhart Wonen in 2019 na zeventien jaar de samenwerking eenzijdig opzegde.

Volgens Rijnhart Wonen schoot de HBOL tekort als het ging om contact en informatie-uitwisseling met de huurders, was er te weinig samenwerking met de verschillende bewonerscommissies en zaten er mensen in het bestuur met een koopwoning, wat tegen de regels is. Daarmee zou de HBOL niet voldoen aan eisen die gesteld worden in de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv). Rijnhart Wonen schoof De Huurderij, die tot dan alleen de belangen van de 700 Zoeterwoudse huurders van de woningcorporatie behartigde, naar voren als belangenbehartiger van ook de 2800 Leiderdorpse huurders.

Voor de HBOL kwam het opzeggen van de samenwerking in 2019 totaal onverwachts, laat secretaris Yvonne de Ridder weten. Zij geeft aan dat er inderdaad enkele bestuursleden na hun verhuizing naar een koopwoning nog even zijn aangebleven, maar inmiddels is er een nieuw bestuur met uitsluitend huurders. En het contact met de huurders wordt wel degelijk goed onderhouden, onder meer via nieuwsbrieven en de website, aldus De Ridder.

Tik op de vingers

De Huurcommissie vindt dat de HBOL inderdaad voldoet aan de wettelijke eisen die gesteld worden aan een huurdersorganisatie. Uit de uitspraak van begin deze maand blijkt dat de Huurcommissie ook niet onder de indruk is van het argument van Rijnhart Wonen dat het de afgelopen twee jaar goed gaat met de huurdersparticipatie en dat de woningcorporatie “vanwege alle negativiteit” niet verder wil met de HBOL. “Het is niet aan een verhuurder om huurdersparticipatie in de vorm te gieten die haar het beste gelegen komt”, zo geeft de commissie Rijnhart Wonen een tik op de vingers.

Hoger beroep

Rijnhart Wonen legt zich niet neer bij de uitspraak van de Huurcommissie en gaat in hoger beroep bij de kantonrechter, zo laat woordvoerder Evelyn Berling weten. De woningcorporatie is nog steeds van mening dat de HBOL niet genoeg zijn best doet voor de Leiderdorpse huurders. “Wij hebben er ook geen zicht op wie de HBOL vertegenwoordigt. Alle zeven Leiderdorpse bewonerscommissies zijn vrijwillig overgestapt naar de Huurderij, dat zegt genoeg.”

De gemeente Leiderdorp meldt desgevraagd geen zeggenschap te hebben over wie Rijnhart Wonen kiest als gesprekspartner. “Als gemeente blijven wij met de HBOL in gesprek, zoals ook met hen is afgesproken, omdat wij open staan voor alle meningen en suggesties van inwoners en belangengroeperingen in het algemeen.”

De HBOL, die ruim 500 leden heeft, is niet van plan te stoppen. “Al vanaf 2002 zijn wij knetterhard bezig geweest om ons in te zetten voor de belangen van huurders en dat willen wij ook voor toekomstige huurders, want ook voor hen is het zeer zeker van belang dat er betaalbare woningen zijn en komen in Leiderdorp.”