De openingsdag van Jumper, eind oktober 2017.
De openingsdag van Jumper, eind oktober 2017. Foto: J.P.Kranenburg

Leiderdorp trekt vergunning Jumper in, diersuper gaat in hoger beroep

Algemeen Rechtszaak

Hoe lang kan de vestiging van Jumper aan de Zijlbaan 30 in Leiderdorp, op bedrijventerrein De Baanderij, nog open blijven? Dat is de grote vraag nu het Leiderdorpse college van burgemeester en wethouders eind juli de omgevingsvergunning die ze de diersuper in oktober 2017 heeft verleend, weer heeft ingetrokken.

B en W konden eigenlijk niet anders, nadat de Rechtbank Den Haag afgelopen voorjaar oordeelde dat de vergunning onterecht gegeven was. Voorlopig zal de gemeente echter geen verdere stappen zetten, zo laat een woordvoerder weten, want Jumper heeft de uitspraak van de Haagse rechter aangevochten bij de Raad van State. “We wachten nu eerst de uitkomst van het hoger beroep af”, aldus de woordvoerder.

Winkelhof eigenaar Wereldhave had de rechtszaak bij de Haagse Rechtbank aangespannen omdat een grote dierenwinkel op slechts een kilometer afstand, het winkelcentrum minder aantrekkelijk zou maken voor vestiging van een soortgelijke winkel.

Wereldhave had in 2017 al bij de regionale commissie bezwaarschriften geprotesteerd tegen het verlenen van de vergunning. Die commissie van onafhankelijke juristen stelden Wereldhave in het gelijk, maar B en W legden dat advies naast zich neer. Bovendien was het college veel te laat met een reactie naar de bezwaarmakers. Daarvoor deelde de rechtbank in de zomer van 2018 al een tik op de vingers uit. Het kostte de gemeente een dwangsom van 3.400 euro.

Volgens de gemeente Leiderdorp is Wereldhave geen belanghebbende in de zaak; de afstand tussen de Baanderij en Winkelhof is groot genoeg zijn om geen last van elkaar te hebben, was de redenering. Maar daar is de rechtbank het niet mee eens. De rechter acht het heel goed mogelijk dat Jumper leidt tot een verschraling van het winkelaanbod in Winkelhof. Ook werd het de gemeente aangerekend dat nooit inhoudelijk is ingegaan op de bezwaren van Wereldhave.

De Haagse Rechtbank heeft afgelopen voorjaar het collegebesluit om de omgevingsvergunning toe te kennen vernietigd en bepaald dat de gemeente binnen acht weken (na 17 april) een nieuw besluit moest nemen. Dat is gebeurd op 28 juli - dus ruim een maand te laat - en daarbij is de omgevingsvergunning alsnog geweigerd. 

De gemeente moet ook de proceskosten van Wereldhave vergoeden, wat neerkomt op ca. 2.100 euro.

Wanneer het hoger beroep bij de Raad van State dient, is nog niet bekend.

Uit de krant