Helemaal zwart, gele snavel en gele oogring: een merelmannetje.
Helemaal zwart, gele snavel en gele oogring: een merelmannetje. Foto: Jan Nijendijk

Merel of zanglijster?

Column Leiderdorp Natuurlijk

ZES ACTIEVE GIDSEN VAN NATUURORGANISATIE IVN VOLGEN HET PLANTEN- EN DIERENLEVEN IN LEIDERDORP. OM DE WEEK SCHRIJVEN ZIJ IN DEZE RUBRIEK OVER HUN BEVINDINGEN.

Dit stukje is voor iedereen die moeite heeft om de merel van de zanglijster te onderscheiden.

De merel is de meest getelde vogel in Nederland. Zijn zang werd ooit uitgekozen als de mooiste van de vogels. De merel zingt ’s morgens vroeg, vanaf zo’n anderhalf uur voor zonsopgang, en ook na zonsondergang. Zittend op een schoorsteen of in de top van een boom strooit hij zijn warme, rollende klanken rond. Hij, want de zanger is een man. In de vogelwereld zingen de mannen. Dit om de vrouwtjes te imponeren, te verleiden en om hun broed- en voedselgebied af te bakenen.

De merelman is goed te herkennen, roetzwart als hij is met zijn gele snavel en zijn gele oogring. Overdag hippen de merels op zoek naar voedsel over het grasveld. Het is een grappig gezicht; stilstaan, hip een paar passen, weer stilstaan, koppie scheef, om vervolgens razend snel een paar gerichte pikken te doen. En een vette worm of een insect is de klos. Ze schijnen te luisteren naar het knagen van de wormen.

Prima actie voor uw gazon en planten. Er worden namelijk ook emelten, de larve van langpootmuggen, opgepikt. Overdag houden die zich schuil onder de grond en 's nachts eten ze de bovengrondse groene delen van planten op. Jonge planten kunnen zo aan de wortelhals geheel worden doorgevreten. Dus prettige tuinhulpen, zo’n paartje merels.

Het merelvrouwtje ziet er minder opvallend uit, zij is vooral bruin. Haar rug is donker en haar licht bruine buik gevlekt. Haar keelstreek is lichter en de oogring is vaal geel. De jongen, die nu rondscharrelen, lijken op hun moeder. Met geopende snavel zitten ze ergens onder een struik te bedelen om voedsel. (houdt uw poes binnen s.v.p.). Op een afstandje houden de ouders door middel van lokroepjes contact.

De zanglijsters zijn minder talrijk dan merels. Ze houden van stadsparken met loofbomen. Ze hebben een egaal bruine rug en een lichte borst met donkere spikkels, die hebben de vorm van pijlpunten. De mannetjes zijn alleen door hun zang van de vrouwtjes te onderscheiden. En zingen kunnen ze! Hun Latijnse naam is 'Turdus (= lijster) philomelos', dat betekent: hij die graag zingt. Vanaf een boomtop zingt hij zeer uitbundig en luid, steeds dezelfde motiefje herhalend: Pietje, Marie, Frederiek, Pietje, Marie, Frederiek.

Ook zanglijsters trekken sprintjes op grasvelden om regenwormen, insecten, duizendpoten, pissebedden te zoeken. En, heerlijk voor tuinliefhebbers, slakken zijn favoriet. De slak gaat mee in de snavel naar een geschikte steen. Daar wordt het slakkenhuisje keihard tegenaan geslagen, net zo lang totdat het breekt en de slak eruit gepikt kan worden. De zanglijster onthoudt deze plaats en komt daar regelmatig terug. Dus het is mogelijk dat je ergens in je tuin een zogenaamde 'lijstersmidse' vindt, een hoop kapotte slakkenhuisjes. En wat hoorde ik laatst? De merels hebben het kunstje afgekeken hebben en doen het ook, een nieuwtje voor mij!

Tekst: Maddy van Holland

Zanglijster.

Uit de krant