Een gaai met 'streepjescode'.
Een gaai met 'streepjescode'. Foto: PR

Onbezoldigde bosbouwers

Duurzaam & Groen

ZES ACTIEVE GIDSEN VAN NATUURORGANISATIE IVN VOLGEN HET PLANTEN- EN DIERENLEVEN IN LEIDERDORP. OM DE WEEK SCHRIJVEN ZIJ IN DEZE RUBRIEK OVER HUN BEVINDINGEN.

Het is een verschijnsel dat veel tuinbezitters zullen herkennen: in de zomer treffen ze in hun tuin enkele niet door hen zelf geplante eikenboompjes aan. De veroorzaker is met enige oplettendheid wel te ontdekken. Als gaaien vaste bezoekers van de tuin zijn, is te zien hoe ze met eikels rondvliegen. Gaaien kunnen in de herfst vijf eikels doorslikken en bewaren in hun (rekbare) slokdarm, terwijl ze de laatste in de lengterichting in hun snavel houden. Zo maken ze vele vluchten per dag om de eikels in de grond te verstoppen als wintervoorraad.

5.000 eikels

Gaaien kunnen iedere herfst zo'n vijfduizend eikels verstoppen en ze weer opgraven als het voedselaanbod is afgenomen. Een onvoorstelbaar aantal. De gaai zoekt dan een zacht deel van de grond, meestal bij boomstronken, struiken of stenen randen. Hij duwt de eikel onder een hoek van 45 graden in de grond en tikt hem er zo nodig dieper in met een aantal harde snaveltikken. Vervolgens wordt de verstopplek afgedekt met wat zand, bladeren of takjes.

Aangezien hij niet alle verstopplaatsen kan terugvinden, komen er in het voorjaar veel jonge eikjes boven de grond. Hier zien we de gaai als ongewilde en onbezoldigde bosbouwer. Nu er plannen zijn om in verband met de klimaatverandering grote hoeveelheden bomen aan te planten, leveren gaaien alvast een bijdrage.

Experimenteel onderzoek

Lange tijd was niet duidelijk hoe gaaien hun verstopplaatsen weer terug konden vinden. In de jaren zeventig is er door twee biologen onderzoek gedaan naar de door de vogels gebruikte strategieën (I. Bossema en W. Pot). Hun ingenieuze experimentele onderzoek in een kooi toonde aan dat gaaien zich bij het verstoppen oriënteren aan de hand van optische informatie uit de omgeving. Informatie die ze bij het terugzoeken weer oproepen om de juiste locatie te kunnen bepalen. Daarbij letten ze op de oppervlaktestruktuur van de grond rond de verstopplaats en op voorwerpen in de directe omgeving. Maar evengoed op kenmerken in de wijdere omgeving. Juist hierdoor kunnen ze verstopplaatsen terugvinden als door blad- of sneeuwval de visuele kenmerken uit de directe omgeving niet meer goed zichtbaar zijn. Met lichaamsoriëntatie proeven bleken gaaien bij elke verstopplaats in zich op te nemen hoe deze gesitueerd is ten opzichte van visuele kenmerken als struiken en bomen. Door een lichaamsoriëntatie aan te nemen die bijna hetzelfde is als bij het verstoppen kunnen ze hun positie bepalen, mits er twee vaste punten zijn waar ze zich op kunnen baseren. Als dit niet lukt kunnen we weer een eik in onze tuin verwachten.

Streepjescode

Gaaien vallen niet alleen op door hun verstopkunsten, maar ook door hun kleurrijk verenkleed. Het meest in het oog springend zijn de blauwe veren met donkerblauwe streepjes op de vleugels. Iedere gaai heeft hiermee een unieke streepjescode en is individueel te herkennen. Verder kennen we gaaien vooral als schreeuwlelijken, maar toch laat hij in de zomer ook een zacht trillend liedje horen. Dus als je je afvraagt wat je toch hoort in de tuin moet je eens goed om je heen kijken

In het broedseizoen zijn gaaien niet meer met eikels in de weer, maar gaan ze op zoek naar insecten. Hun jongen kunnen nog lang geen harde vruchten verteren. Daarna eten ze net zo makkelijk weer eikels, beukennootjes, zaden van naaldbomen en cultuurgewassen als maïs, zonnebloempitten en zelfs aardappels.

Observatie

Gaaien zijn opmerkelijke vogels met gedrag dat vraagt om geobserveerd te worden. Wat heeft hij in zijn snavel, wat doet hij precies op de grond, wat voor geluid laat hij horen? Het jaar rond zijn ze te zien en te horen.

Tekst: Edward Sodderland, IVN

Uit de krant