Ondanks de warme winter die we nu meemaken, kan je zomaar een koperwiek tegenkomen in de bebouwde kom van Leiderdorp. | Foto: Adri de Groot
Ondanks de warme winter die we nu meemaken, kan je zomaar een koperwiek tegenkomen in de bebouwde kom van Leiderdorp. | Foto: Adri de Groot Foto: Adri de Groot

Zuidwaarts op koperen wieken

Column Leiderdorp Natuurlijk

ZES ACTIEVE GIDSEN VAN NATUURORGANISATIE IVN VOLGEN HET PLANTEN- EN DIERENLEVEN IN LEIDERDORP. OM DE WEEK SCHRIJVEN ZIJ IN DEZE RUBRIEK OVER HUN BEVINDINGEN.

Als op donkere herfstavonden de wind uit noordelijke richtingen waait kan het, hoog boven ons hoofd, onvermoed bruisen van de activiteit. Er is niets te zien, maar een late wandelaar die er oor voor heeft kan het bijbehorende geluid wel horen, zelfs in de stad, wanneer het verkeerslawaai nét even stil valt: 'siieep, siieep', klinkt het ijl en scherp. Met deze roepjes houden de in het najaar massaal naar warmere streken trekkende koperwieken onderling contact.

Bijtanken

Half oktober zoeken drie vogels tussen de straatstenen voor de tuin naar voedsel. De grootste is meteen herkenbaar aan zijn zwarte pak: het is merelman. Maar wie zijn de kleinere twee? Alle drie vertonen hetzelfde foerageergedrag: 'stop-start-lopen', een kenmerk van alle lijsterachtigen, waartoe ook de merel behoort. De verrekijker moet mijn vermoeden bevestigen. Ja, daar is de lichte wenkbrauwstreep, en bij bepaalde bewegingen kleurt een flank vlak onder de vleugel warm oranjerood. Twee koperwieken hebben hun tocht naar het zuiden even onderbroken om 'bij te tanken'. Ze eten onderweg het liefst bessen, deze noorderlingen die broeden in de gebieden ten oosten van Scandinavië, maar blijkbaar weten ze ook de afgevallen zaadjes van mijn teunisbloemen en sint-janskruid te waarderen.

Boterzachte omstandigheden

Nu is het januari en winter, of wat daarvoor door moet gaan in deze tijden van teveel CO2 uitstoot en dus warmere winters. Het hangt van het weer af waar je de koperwieken nu kunt vinden. Onder de boterzachte omstandigheden die zich voordoen op het moment van schrijven van dit stukje houden ze zich naar alle waarschijnlijkheid op in de vochtige graslanden zoals we die hier aantreffen langs de Ruigekade, waar ook de voor de vogels noodzakelijke schuilgelegenheid aanwezig is in de vorm van de bomen en struiken die het fietspad flankeren. Ze voeden zich hier vooral met regenwormen uit de grasbodem, soms samen met een grotere neef, de kramsvogel, met zijn kenmerkende tjak-tjak-tjak roep.

Naar het zuiden of naar de stad

Zodra Koning Winter dan toch echt zijn vorst- en sneeuwdekbed over de velden spreidt, haasten de koperwieken zich naar nog zuidelijker regionen, óf nemen hun toevlucht tot onze steden, parken en tuinen, waar wie bessenstruiken in de tuin heeft dan op korte afstand kan genieten van deze mooie wintergasten. Ook wroeten ze, in zowel tuin als park, net als hun merelfamilie tussen de gevallen en al halfvergane bladeren in de strooisellaag van borders en randen van bosschages, zoekend naar allerhande kleine beestjes die hier overwinteren en/of meewerken aan het recyclen van wat de afgelopen zomer zoal aan afval heeft opgeleverd.

Als Koning Winter de aftocht blaast en het nog net geen voorjaar is, heb je soms het geluk een groep koperwieken te horen zingen, een geluid als van kwetterende spreeuwen. Dan is de lente niet ver meer!

Tekst: Tineke Sommeling

Uit de krant