Met zijn rode snavel lijkt de halsbandparkiet ervoor gemaakt de clown te spelen.
Met zijn rode snavel lijkt de halsbandparkiet ervoor gemaakt de clown te spelen. Foto: Tinneke Sommeling

Wintercircus rond de voedersilo

Algemeen

ZES ACTIEVE GIDSEN VAN NATUURORGANISATIE IVN VOLGEN HET PLANTEN- EN DIERENLEVEN IN LEIDERDORP. OM DE WEEK SCHRIJVEN ZIJ IN DEZE RUBRIEK OVER HUN BEVINDINGEN.

Als een circusartiest hangt een grote dikke houtduif vrijwel verticaal ondersteboven aan een van de dunste ligustertakjes. Het is hem duidelijk te doen om een laatste trosje ligusterbessen, tot nu toe blijkbaar door alle tuinvogelvolk afgedaan als een te grote uitdaging. Maar ja, je zal maar honger hebben!

Hij gaat ervoor. Maar eindigt al snel op de grond, zonder bessen, gelukkig wel net op tijd in de lucht gedraaid om op zijn pootjes terecht te komen. Van acrobaat gedegradeerd tot circusknecht gaat hij dan maar over tot het aanvegen van de piste. Onder de voedersilo ligt altijd wel wat zaad om op te pikken. Eigenlijk is deze foerageermethode ook het best in overeenstemming met zijn lichaamsbouw. Maar hij is wel zo slim geweest het eens anders te proberen!

Op de grond bevindt houtduif zich in een gezelschap stofzuigertjes van wisselende samenstelling. Voor heggenmus is deze bezigheid in de winter vrijwel de enige broodwinning en ook merel, vink, groenling, huismus en roodborst hebben er geen probleem mee van de vloer te eten als er 'boven' niets te halen valt of even geen plaats is aan tafel.

Maar de veel meer acrobatisch aangelegde kool- en pimpelmezen voelen zich ook niet te goed voor dit werk. Liefst hangen ze aan een vetbol, voedersilo, of pindanetje, maar even snel bevinden ze zich weer op de grond. Alleen staartmees haalt zijn neusje op voor het opruimwerk en hangt consequent aan vetbol of pindasnoer.

Regelmatig waant een inhalige groenling zich de directeur van het circus en pikt andere eters agressief weg. Ook koolmees wil nog wel eens min of meer dreigend met zijn vleugels fladderen om tafelgenoten-in-spe even op hun plaats te zetten.

Drie spreeuwen blijken de clowns. Hun staart als steun gekromd tegen de bodem van de voor hen te klein gebouwde voedersilo weten ze zich in een dusdanige bocht te wringen dat ze net hun snavel in de voederopening kunnen wurmen. Met veel gekibbel, want er is maar plek voor twee tegelijk. Dat wordt morsen en voer voor de circusknechten! Wat een aanpassingsvermogen voor een vogel die er met zijn naar voren staande ogen op gebouwd is emelten uit het malse gras te peuteren.

Maar acrobaat én clown tegelijk is toch wel halsbandparkiet. Het circus moet dan wel de beschikking hebben over een voedersilo met vier zitstokjes. Na enige tijd het apparaat nauwkeurig te hebben bekeken, besluit halsbandparkiet zijn observaties in de praktijk te testen. Daar hangt hij aan de silo. Na enig overleg met zichzelf verplaatst hij rustig zijn poten tot hij in een potsierlijke houding met één poot aan het bovenste zitstokje hangt, met de andere steunend op het onderste. Zo kan hij net met zijn rode clownssnavel de voederopening bereiken.

Ik moet lachen, dus voor mij is halsbandparkiet cum laude geslaagd voor zijn clownsexamen!

Tekst en foto: Tineke Sommeling

Uit de krant