Afbeelding
Foto: Willemien Timmers

Regio: Zachtjes samen verder

Algemeen

In de zomer van 2016 was het 'aan' tussen de colleges van Leiden, Leiderdorp, Zoeterwoude, Voorschoten en Oegstgeest. "Er is verliefdheid tussen ons", werd er toen gezegd. De colleges gingen voortvarend te werk in het project 'Toekomstvisie Leidse Regio', maar vonden, met name voor wat betreft de uitvoering, niet altijd de gemeenteraden aan hun kant. De vijf gemeenten zijn het erover eens dat er in de regio bestuurlijk meer moet worden samengewerkt, maar de weg hiernaartoe gaat langer duren dan de diverse colleges hadden gehoopt.

Dit voorjaar werd er door de colleges voorgesteld een regioraad te vormen, die bevoegdheden zou krijgen om de gezamenlijke uitdagingen op te pakken. Deze 'extra bestuurslaag' viel niet goed in de regio. "De ontvangen wensen en bedenkingen hebben in de stuurgroep tot de conclusie geleid dat er geen draagvlak is voor dit eerste conceptvoorstel en dat voorstel is daarmee van tafel", liet voorzitter Elco Brinkman eind mei aan de vijf gemeenteraden weten. "De stuurgroep maakt daarom een pas op de plaats en geeft nu eerst ruimte aan het overleg van de colleges met de eigen gemeenteraden over het vervolgproces."

Op vrijdag 29 september vertelden twee afgevaardigden van de Stuurgroep Toekomstvisie Leidse Regio, de Leiderdorpse wethouder Kees Wassenaar en de Oegstgeester burgemeester Emile Jaensch, over het nu te volgen proces.";Nee, de verliefdheid is niet over", verzekerden beide heren. "Ook is het niet 'uit'."

 "Toch ligt er een roerige tijd achter ons, waar de partners vast weleens met de deuren hebben geslagen. In de afgelopen maanden hebben de vijf colleges en gemeenteraden geen overeenstemming bereikt over de beste manier om regionaal besluiten te nemen en daarmee de bestuurlijke slagkracht en realisatiekracht in de Leidse regio te versterken. Maar we blijven samenwerken, al is het nu in een lichtere vorm", vertelde Wassenaar. "We stellen voor om een verkenner aan te wijzen die de regio goed kent. Deze 'stevige' man of vrouw moet inventariseren bij welke concrete, inhoudelijke activiteiten regionale samenwerking nog vóór de raadsverkiezingen meerwaarde biedt, en met welke activiteiten de gemeentebesturen daarna aan de slag kunnen We laten elkaar niet los, maar zorgen dat we de trein op de rails houden. Er is veel energie om met elkaar verder te gaan."
Ondanks dat de relatie tot nu toe dus niet tot concrete werkvormen heeft geleid, is er onderling meer begrip. De vertegenwoordigers van de stuurgroep benadrukken dat sinds de start van het toekomstvisieproject er veel intensiever contact is ontstaan tussen raadsleden uit verschillende gemeenten.

VERRAST

Het laatste jaar is volgens de heren dus zeker niet voor niets geweest. Achteraf gezien heeft de stuurgroep te snel een bestuursvorm als een 'Regioraad' voorgesteld. "We hebben de raden in een toen conceptuele fase verrast met een te concreet voorstel. Dat is jammer."
Nu lijkt het voor de inwoners van de regio wellicht of men weer terug bij af is. "Dat is zeker niet zo," laat procesbegeleider Esther Peters weten. "De laatste fase van het proces van samenwerking is een complex proces. Er zijn wel degelijk stappen gezet." "We zoeken elkaar veel meer op", stelt ook Emile Jaensch. "En laten we het duidelijk hebben; het doel is niet relatietherapie, het doel is de samenwerking te verbeteren. En vergis je niet, de vijf gemeenten waar we mee te maken hebben, zijn allen al zo'n tweehonderd jaar onafhankelijk."

De regiogemeenten, die volgens Jaensch alle vijf nog meedoen, hebben volgens de burgemeester 'zin in het vervolgproces'. "We zijn nader tot elkander gekomen. En nee, er zijn geen verborgen agenda's."
In de nieuwe fase van het toekomstvisieproject zal er meer nadruk zijn op de inhoud, op het 'gezamenlijk eigenaarschap' en het verder versterken van de onderlinge relaties en de samenwerkingscultuur. Vanwege deze nieuwe aanpak stoppen voorzitter Brinkman en projectleider Peters dan ook met hun job. Ook de stuurgroep heeft aangegeven dat de groep in de huidige vorm en samenstelling wat haar betreft stopt. De gemeenten moeten nu zelf met de inhoud aan de slag, en is er een nadrukkelijkere rol weggelegd voor een verkenner, voor de vakambtenaren en voor de portefeuillehouders. (WT) 
 

Uit de krant