| Foto: J.P. Kranenburg
| Foto: J.P. Kranenburg Foto: Johan Kranenburg

Het Veeneiland

Algemeen

Dit onderdeel van de Heemtuin heeft een aparte plaats. Behalve dat de hele Heemtuin afgesloten is van de invloed van het buitenwater is dit eiland ook nog geïsoleerd van het grondwater. Na een afgraving tot de grondwaterspiegel en het aanbrengen van een plastic laag is veen opgebracht waarop voor veenvorming specifieke planten zijn uitgezet.

Midden over het eiland loopt het pad op een kleidijk. Klei en ook grover materiaal is door overstroming van rivieren aangevoerd en afgezet langs de oevers. Dit soort landschap is in ons laagland in de loop van vele eeuwen ontstaan. Bepalend voor de veenvorming zijn veenmossen. Als we goed naar de ontwikkeling van de veenmosbulten kijken zien we dat de bulten aan de west kant beter ontwikkeld zijn dan de bult aan de oostkant. Dit heeft te maken met de zuurgraad van het omringende water. Bij de twee bruggen van het pad zijn schotten aangelegd. Deze zorgen ervoor dat het zuurstofrijke en kalkrijkere water aan de oostkant weinig kans krijgt om het water aan de westkant te beïnvloeden. Hierdoor is het milieu aan de westkant zuurder. Deze voorwaarde is voordelig voor de vorming van veen. Voor de groei van veenmos is regenwater voldoende. Het mos houdt grote hoeveelheden water vast. Dit heeft tot gevolg dat een veenland dat zich duizenden jaren kan ontwikkelen steeds hoger wordt. Zo zijn onze veengebieden achter de duinenrij wel vier meter boven zeeniveau uitgekomen voordat de mens ingreep. In enkele eeuwen is door onze activiteiten om het veen geschikt te maken voor landbouw en veeteelt door ontwatering, waardoor de veenlaag verteert, het veenland onder het zeeniveau gedaald. Bij uitvenen voor het verkrijgen van turf t.b.v. gewenste energie (gelukkig is het land dat zijn eigen moer verbrand) is zelfs in droogmakerijen een niveau van zo vier meter onder de zeespiegel bereikt. Met het veeneiland in de Heemtuin kunnen we in miniatuur een proces waarnemen dat geleid heeft tot het oorspronkelijke beeld van het huidige groene hart.

Naast de verschillende veenmossen zijn er nog ander typerende planten te ontdekken. Vier verschillende soorten heiden staan er op het westelijke deel, de lage Kraaiheide, de Lavendelheide en de bloeiende Struikheide en Dopheide. Aan beide zijden van het pad is Gagel met de kenmerkende aromatische geur goed ontwikkeld. Ook de Vuilboom, een struik, met zwarte bessen vinden we terug. De zwarte bessen hiervan worden wel aangewend als middel voor een vermageringsdieet. Het veroorzaakt diarree, vandaar. Zeer opvallend zijn de Koningsvarens. Deze varen is in de Heemtuin geïntroduceerd als één plant bij de brug naar het duinmeertje en heeft zich vervolgens het jaar daarop sterk verspreid. De uitbreiding is zo massaal geweest dat dit jaar bij het onderhoud besloten is om een deel van deze varen weg te halen van het veeneiland. Aan de voet van deze varens vindt men in deze tijd van het jaar in het mos het Gewone vuurzwammetje. Een kleine paddenstoel met een fel oranjerode kleur. Op de veenbulten kunnen we nu nog de Egelboterbloem zien die speciaal in het veen zich thuis voelt. Ook pollen Pluimzegge zijn opvallend. In het water zijn aan zowel de west- als de oostkant velden Waterdrieblad te zien. In de maand juni bloeit deze plant rijk.

In het westen grenst aan dit veld van Waterdrieblad een waterplas met veel riet. Hier kan een Wiel, veroorzaakt door een dijkdoorbraak, in herkend worden.
KRAK        

Uit de krant