Afbeelding
Foto: Ruben de Faber

De stadsreus

Algemeen Leiderdorp Natuurlijk

ZES ACTIEVE GIDSEN VAN NATUURORGANISATIE IVN VOLGEN HET PLANTEN- EN DIERENLEVEN IN LEIDERDORP. OM DE WEEK SCHRIJVEN ZIJ IN DEZE RUBRIEK OVER HUN BEVINDINGEN

Gaat deze rubriek over een boek van Roald Dahl? Nee. Dat boek heet De Grote Vriendelijke Reus. We hebben het hier over een insect. De stadsreus, die ook wel de hoornaarzweefvlieg genoemd wordt.

De stadsreus ziet er gevaarlijk uit. Met zijn grootte van ruim 2 centimeter en oranjebruine kleuren lijkt hij sprekend op de hoornaar, een uit de kluiten gewassen wesp die heel pijnlijk kan steken.

Maar de stadsreus kan helemaal niet steken. Dit is geen wesp maar een onschuldige zweefvlieg. Zijn gelijkenis met de hoornaar, die heeft geleid tot het alias 'hoornaarzweefvlieg', is een fenomeen dat mimicry genoemd wordt: een insect dat op een ander insect lijkt. Het is best een slimme strategie. Door als vlieg een wesp na te doen, wordt je meestal met rust gelaten. Andere dieren kijken wel uit, die worden liever niet gestoken.

Alle zweefvliegen maken gebruik van mimicry. Ze lijken op een bij, een wesp of een hommel. Er zijn een paar kenmerken die hun ware aard verraden. Zweefvliegen herken je bijvoorbeeld aan het vlieggedrag. Waar wespen nerveus heen en weer vliegen, kunnen zweefvliegen stil in de lucht staan. Ook hebben ze korte antennen, net als andere vliegen, en ze missen de slanke 'wespentaille'.

Vlinderstruik

De stadsreus tref je vaak aan op de vlinderstruik, zoals ook op bijgaande foto te zien is. De vlinderstruik heet zo omdat deze veel vlinders aantrekt. Maar ook andere insecten zoals de stadsreus. De vlinderstruik heeft grote bloemtrossen met heel veel kleine bloemen, waar veel insecten op terecht kunnen. Een vlinder heeft een lange tong en kan zo bij de meeste bloemen terecht. Een zweefvlieg heeft een kleiner tongetje en moet het van kleinere bloemen hebben. De vlinderstruik bijvoorbeeld, of fluitekruid en leverkruid. Allemaal planten met een bloemdek met veel bloemen, dus veel plek voor insecten. Kijk maar eens op een warme zonnige dag hoeveel insecten er op een bloemscherm kunnen zitten.

Tekst en foto: Ruben de Faber

Uit de krant