De bloemetjes van de grassoort Arrhenatherum elatius oftewel glanshaver. | Foto: Saxifraga
De bloemetjes van de grassoort Arrhenatherum elatius oftewel glanshaver. | Foto: Saxifraga Foto: PR

Grassen van ongekende schoonheid

Algemeen Leiderdorp Natuurlijk

ZES ACTIEVE GIDSEN VAN NATUURORGANISATIE IVN VOLGEN HET PLANTEN- EN DIERENLEVEN IN LEIDERDORP. OM DE WEEK SCHRIJVEN ZIJ IN DEZE RUBRIEK OVER HUN BEVINDINGEN

Binnenkort is het de langste dag en ik voel nu al heimwee naar het voorjaar. Ik wil het vasthouden, genieten en nooit meer loslaten. Ik wil de natuur stoppen, dagen lang ongestoord genieten van de pracht van het moment. "Het kan niet, niet doen", roep ik naar mijzelf. "Geniet van wat er is, ga zoveel mogelijk naar buiten, kijk, kijk en kijk!" En dat doe ik.

Ik zie onze bloemrijke bermen. Minder mooi dan drie weken geleden, het warme weer heeft de bloemen sneller doen uitbloeien, maar wel warm geel. Bij de toegang naar de Munnikkenpolder – voorbij het voormalige IBIS hotel - en langs de Rijn bij Van der Valk Boumanweg zijn de bermen nog prachtig. Ik tel meer dan twintig soorten bloemen. Resten van de klaprozen, boterbloemen, klavers, margrieten, duizendschoon, zuring, bijvoet, wikke, Morgenster...

En dan de grassen. Die zijn in mijn ogen van een ongekende schoonheid. Juni is hun bloeimaand en zij staan nu in volle bloei. Ze zijn groot in aantal en bescheiden in bloeivorm.

Bekijk het gras eens spriet voor spriet

Ik kan u aanraden eens te stoppen bij zo'n wild veld en het gras eens spriet voor spriet te bekijken. Bij nadere bestudering ziet u een stengel met daarop een aar of een pluim met kleine hangende structuurtjes. Dat zijn de bloemen. Ze zitten bij elkaar in een aartje dat een of meer bloempjes heeft. Alles bij elkaar vaak niet groter dan een halve centimeter. Het is moeilijk om hierin bloemen te herkennen, ze zijn niet - zoals we gewend zijn - kleurig, ruikend en verleidelijk van vorm. Ze zijn klein van stuk, vaak glanzend, en soms hebben de piepkleine blaadjes een prachtige kleur of glans. Groen, bruin, goudgeel of rood. Ze zijn 2 à 3 mm: de kelkkafjes. Soms steekt er een rechte of gekromde spriet uit; de kafnaald. Soms eentje, soms een hele bos en soms zijn ze afwezig (zie de foto).

In deze tijd bungelen de meeldraden buiten de bloem, ze kunnen geel of donkerbruin zijn. In tegenstelling tot veel andere bloemen is dit niet om insecten maar de wind te verlokken. Grassen zijn windbestuivers. Er wordt veel en licht stuifmeel geproduceerd om dit in grote hoeveelheden zo snel mogelijk naar andere grasbloemen te brengen. Wie kan dit beter dan de wind - tot verdriet van hen die allergisch zijn voor graspollen?

Het stuifmeel zorgt er mede voor dat er zaad wordt gezet voor een volgende generatie grassen. Dit zaad wordt graag gegeten door vogels maar ook wij eten het. Onze tarwe, onze haver, gerst en mais behoren tot de familie van grassen. De mens heeft ze in de loop der eeuwen zo veredeld dat er grotere en beter oogstbare zaden zijn ontstaan. Ons brood, onze pasta, onze couscous, onze rijst hebben we te danken aan de grassen. En dan onze koeien en andere grazers, al eeuwen lang is de menselijke voedselbehoefte voor 95 procent afhankelijk van de grassenfamilies. Wie had dit gedacht?

Tekst: Maddy van Holland

Uit de krant