Afbeelding
Foto: PR Ada van der Aar

Witte zwanen, vreemde zwanen?

Algemeen Leiderdorp Natuurlijk

ZES ACTIEVE GIDSEN VAN NATUURORGANISATIE IVN VOLGEN HET PLANTEN- EN DIERENLEVEN IN LEIDERDORP. OM DE WEEK SCHRIJVEN ZIJ IN DEZE RUBRIEK OVER HUN BEVINDINGEN

Er waren eens twee zwanen. Een prachtige sneeuwwitte vrouwtjeszwaan en een grote stoere knappe kerel. Zij vielen als een blok voor elkaar en werden stapelverliefd. Als ze het luchtruim kozen maakten hun vleugels een zingend geluid. Ze waren zo verliefd dat ze samen wel kinderen wilden en gingen op zoek naar een romantisch plekje.

Zo kwamen ze terecht in de grote vijver van de Houtkamp. Daar vonden ze een mooi rieteiland waar ze direct begonnen met het maken van een nest. Rietstengels werden omgebogen en afgebroken, er werden takken en waterplanten aangesleept, het bouwsel werd hoger en hoger, het leek wel een koninklijke troon. Zelfs plastic flesjes en lege blikjes waren bruikbaar nestmateriaal. Ze maakten elkaar het hof en voerden een balletvoorstelling op. De snavels en borsten raakten elkaar en hun halzen vormden een hart. Het was pure romantiek.

Toen kwamen de eieren en trok het vrouwtje zich terug op het nest om daar geduldig vijf weken lang de eieren warm te houden. En manlief? Die zwom een beetje rond, at wat, maakte ruzie met de brutale meerkoeten en nam een kijkje op de Laan van Berendrecht. De verveling sloeg toe en dat leidde tot een nieuwe verliefdheid. Op een steenworp afstand van de moeder van zijn toekomstige kinderen begon hij steeds meer tijd door te brengen met zijn nieuwe geliefde. Er werd geknuffeld en teder sloeg hij zijn hals om zijn minnares terwijl zijn broedende vrouw niets in de gaten had. Hoewel, ze kon hem vanaf haar troon bijna gadeslaan. Hij bleef steeds vaker bij zijn nieuwe liefde slapen en begon zijn taak als waakzame echtgenoot te verzaken. Als de luidruchtige jongeren die naast het nest in een JOP te opdringerig werden liet hij ze begaan.

En toen, op een mooie zonnige dag in mei was er jong leven in het nest. Eén voor één braken de eieren open en verschenen de kleine zwaantjes. Prachtige donzige, en dankzij hun Poolse voorouders, witte kinderen. Mama hield ze warm onder haar veren maar af en toe piepte er eentje onderuit. Toen papa eens poolshoogte kwam nemen was hij diep onder de indruk en vergat zijn minnares direct. Zorgzaam zocht hij wat waterplanten voor de kraamvrouw.

Na een paar dagen was het tijd om het nest te verlaten. Alsof ze nooit anders hadden gedaan zwommen de kleintjes achter hun ouders aan, en soms mochten ze op papa's rug meevaren. En was mama zwaan dan niet boos op haar overspelige echtgenoot? Welnee, want haar concurrente was niet meer dan een groene kille lantaarnpaal! En zo leefden ze nog lang en gelukkig!

Wil je dit sprookje zien, ga dan eens naar de Houtkamp.

Tekst en foto's: Ada van der Aar

Afbeelding

Uit de krant