Afbeelding
Foto: PR

Monumentale hoeve met lange historie

Hofstede Hoogkraan, kent een lange historie. De naam duikt op papier voor het eerst op in 1676. Natuurstenen resten van een raamomlijsting zijn ook 17e-eeuwse levenstekenen. Evenals de moer- en kinderbinten van het balkenplafond in de opkamer. In 1716 wordt 'Hoogcraen' beschreven als 'een hofstede met stalling voor paarden en koeien, een zomerhuis en houtbos'. Het gebouw fungeerde lange tijd als buitenplaats. Een fenomeen uit de 17e en 18e eeuw. Welgestelde stedelingen kochten voor hun verpozing een tweede huis met grond in het buitengebied. Vaak omvatten buitenplaatsen een boerderij die werd verpacht. De herenkamer was voor de eigenaar en zijn familie. Eind 18e eeuw waren de hoogtijdagen van de buitenplaatsen voorbij.

Hermanus Mulder, in 1756 eigenaar van Hoogkraan, liet het 'woon en bouhuijs' grotendeels slopen. Het voorhuis veranderde in 1775 in een monumentaal classicistisch ogend herenhuis. Pieter Reijnaard, een welgesteld man, kocht in 1802 de hofstede van 3,6 ha. Hij verwierf meer hoeven en werd Leiderdorp's grootste vee-eigenaar. Hoogkraan ging in 1857 over naar zoon Wouter en daarna naar familie Koot die rond 1900 een nieuwe stal en tuinkamer liet bouwen. Onder Nicolaas Koot en diens zonen Jan en Niek verdween in de Depressiejaren de glorietijd van Hoogkraan die verkocht werd aan de Nijmeegse universiteit. Nicolaas pachtte de opgedeelde hoeve. In 1968 stopten Jan en Niek met het boerenbedrijf. Hun zus en haar man, aannemer De Boer, kochten het familiebezit terug en verbouwden het in 1970. Familie De Vries, eigenaar vanaf 1987, nam het monumentale gebouw ook onder handen om het in 2010/2011 aan de huidige bewoners te verkopen.

Tekst: Nelleke Thissen

Foto nu: Arthur Stiefelhagen

Bron: Landelijk Leven / C. Thunnissen

Afbeelding
Afbeelding