Als experiment groeit ook in de Leidse regio een maretak.
Als experiment groeit ook in de Leidse regio een maretak. Foto: Tineke Sommeling

Kerstkussen onder de maretak!

Algemeen

ZES ACTIEVE GIDSEN VAN NATUURORGANISATIE IVN VOLGEN HET PLANTEN- EN DIERENLEVEN IN LEIDERDORP. OM DE WEEK SCHRIJVEN ZIJ IN DEZE RUBRIEK OVER HUN BEVINDINGEN.

Misschien hing er deze kerst ook bij u wel een bosje mistletoe in een deuropening, lonkend naar mensen die elkaar onder zijn takjes mochten komen kussen.

Dit gebruik is in de 18e eeuw uit Engeland overgewaaid. Maar hoe is het ontstaan?

De Nederlandse naam voor mistletoe is maretak. Het is een altijdgroene dwergstruik en half-parasiet die hier vooral in Limburg zijn geheimzinnige leven leidt, vaak in grote groengele bolvormige kluwens (soms een halve meter groot) groeiend op populieren. In winterse kale bomen vallen de struikjes het best op. Bij nadere beschouwing blijkt dat de maretak zich geniepig met zijn wortel bij zijn gastheer naar binnen heeft gewerkt en zo water en mineralen uit diens sapstroom aftapt. Omdat hij wel zelf zorgt voor de aanmaak van suikers en eiwitten uit zonlicht, is hij geen volledige parasiet, maar mag hij zich half-parasiet noemen.

Het oude woord 'mare' betekent 'kwade geest' (vergelijk 'nachtmerrie'). Maretak werd vroeger in stallen opgehangen om het vee te vrijwaren van boze geesten. Maar de maretak geeft ook een overgang aan. Dat kan een deuropening zijn, maar ook de jaarwisseling of de winter-wende.

En volgens de Germaanse/noordse mythologie werd de maretak door de godin Freya tot een symbool van liefde gemaakt. Veel wintergroene bomen en struiken worden in de overlevering gelinkt aan vruchtbaarheid. Zo ook de maretak. Liefde en vruchtbaarheid liggen dicht bij elkaar. Daarom kussen wij onder de maretak die boven een deuropening hangt in de periode waarin we zowel van jaar als seizoen wisselen!

De maretak moest met zijn geheimzinnige eigenschappen natuurlijk wel de aandacht trekken in kringen van priester-tovenaars. In de Klassieke oudheid al schrijft de Romeinse amateurwetenschapper Plinius de Oude (ca. 23-79) hoe het struikje, afgesneden met een gouden snoeimes, door Gallische druïden wordt gebruikt in allerlei vruchtbaarheidsrituelen. De bekendste van hen is natuurlijk Panoramix, de druïde uit de avonturen van Asterix de Galliër. Of de door hem met maretak bereide toverdrank iemand inderdaad beresterk kan maken zou ik niet testen. De plant is namelijk behoorlijk giftig. Maar kussen onder zijn bladeren kan geen kwaad!

De maretak bloeit in februari en wordt bestoven door vliegjes. Hij plant zich voort via kleverige, witte besjes die aan snoepende vogelsnavels blijven plakken en dan aan boomtakken weer worden afgeveegd. Doordat dit met enige kracht gebeurt ontstaat een wondje in de schors waarin een nieuwe maretak kan wortelen.

De naamgevers van de mistletoe hebben gezien hoe de zaden van gegeten besjes weer werden uitgepoept. Mistle of mistel is een oud woord voor 'mest'. De mistletoe groeit dan uit een zaadje dat is ingepakt in vogelpoep. Een ietwat prozaïsche achtergrond voor een romantisch gebeuren!

Tekst en foto's: Tineke Sommeling

Uit de krant